VERLICHTING
Mistachterlicht
Omdat het mistachterlicht veel feller brandt
dan de standaardachterlichten, moet u de
verlichtingsfunctie alleen gebruiken bij een
beperkt zicht door mist, sneeuw, rook of stof
zodat achterliggers uw auto tijdig kunnen
waarnemen.
Knop voor mistachterlicht.
Het mistachterlicht bestaat uit een lamp ach-
ter op de auto, aan de bestuurderszijde.
Het mistachterlicht is alleen in te schakelen in
de volgende gevallen:
contactslotstand II is actief en de draairing
•
van de stuurhendel staat in stand
de draairing op de stuurhendel staat in
•
stand
en de mistlampen voor bran-
den.
152
Druk op de knop om het mistachterlicht in/uit
te schakelen. Het symbool
het bestuurdersdisplay, wanneer het mistach-
terlicht brandt.
Het mistachterlicht dooft automatisch in de
volgende gevallen:
u schakelt de auto uit of u draait de draai-
•
ring op de stuurhendel naar stand
de draairing op de stuurhendel staat in
•
stand
en de mistlampen zijn
gedoofd.
N.B.
De voorschriften voor het gebruik van een
mistachterlicht verschillen per land.
Gerelateerde informatie
Verlichtingsbediening (p. 144)
•
Mistlampen voor/bochtverlichting* (p. 151)
•
Contactslotstanden (p. 408)
•
Gloeilamp mistachterlicht vervangen
•
(p. 607)
of
Remlichten
brandt op
De remlichten gaan automatisch branden,
wanneer u remt.
De remlichten gaan branden wanneer het
rempedaal wordt ingedrukt en wanneer de
auto automatisch wordt geremd door een rij-
hulpsysteem.
Gerelateerde informatie
Noodremlichten (p. 153)
•
Remsystemen (p. 412)
•
Remlichtlamp vervangen (p. 606)
•
Rijhulpsystemen (p. 274)
•
* Optie/accessoire.