KLIMAAT
Automatische klimaatregeling
6
activeren
Bij automatische klimaatregeling worden
meerdere klimaatfuncties automatisch gere-
geld.
1.
Open het klimaatscherm op het midden-
display door op het symbool in het midden
van het klimaatveld te tikken.
2. Druk kort of lang op
AUTO Klimaat
Kort drukken - de luchtrecirculatie, air-
•
conditioning en luchtverdeling worden
automatisch geregeld.
Lang drukken - de luchtrecirculatie, air-
•
conditioning en luchtverdeling worden
automatisch geregeld, de temperatuur
en het ventilatorniveau worden gewij-
zigd in de standaardinstellingen: 22 °C
3
(72 °F) en niveau
> De automatische klimaatregeling wordt
geactiveerd en de knop gaat branden.
6
Niet beschikbaar bij handmatige klimaatregeling.
208
Het is mogelijk om de temperatuur en de
ventilatorstand te wijzigen zonder deacti-
vering van de automatische klimaatrege-
ling. De automatische klimaatregeling
wordt gedeactiveerd wanneer de luchtver-
deling handmatig wordt gewijzigd of wan-
neer max. ontwaseming wordt geactiveerd.
Gerelateerde informatie
Klimaatregelingsbediening (p. 203)
•
/>
.
N.B.
Luchtrecirculatie activeren en
deactiveren
De luchtrecirculatie houdt vieze lucht, uitlaat-
gassen en dergelijke buiten door recirculatie
van de lucht in het interieur.
1.
Open het klimaatscherm op het midden-
display door op het symbool in het midden
van het klimaatveld te tikken.
2. Tik op
Recirc.
.
> De luchtrecirculatie wordt geactiveerd/
gedeactiveerd en de knop gaat bran-
den/dooft.
BELANGRIJK
Als de lucht in de auto te lang recirculeert,
beslaat mogelijk de binnenzijde van de rui-
ten.