Stabiliteitsregeling
De stabiliteitsregeling (RSC
10
) verkleint het
risico dat de auto kantelt en over de kop slaat
bij plotselinge uitwijkmanoeuvres of slippar-
tijen.
Het systeem registreert of en hoeveel de
dwarshelling van de auto verandert. Aan de
hand van deze informatie wordt vervolgens
berekend of de kans bestaat dat de auto over
de kop slaat. Als deze kans bestaat, treedt de
elektronische stabiliteitsregeling van de auto
in werking, waarna het koppel van de motor
wordt verlaagd en een of meer wielen worden
geremd totdat de auto zijn stabiliteit terug
heeft.
WAARSCHUWING
Onder normale omstandigheden zorgt het
systeem voor een betere wegligging, wat
voor u echter geen reden mag zijn om snel-
ler te gaan rijden. Neem altijd de gebruike-
lijke voorzorgsmaatregelen bij het rijden.
Gerelateerde informatie
Elektronische stabiliteitsregeling (p. 275)
•
10
Roll Stability Control
11
Niet op alle markten beschikbaar.
12
Bij gebruik van internet vindt gegevensuitwisseling (dataverkeer) plaats, waarvoor mogelijk extra kosten in rekening worden gebracht.
11
Connected Safety
Connected Safety wisselt gegevens uit tus-
sen uw auto en andere voertuigen via inter-
12
net
. Het systeem dient u om u te wijzen op
een eventuele gevaarlijke verkeerssituatie
later op de actuele weg.
Connected Safety kan u waarschuwen als een
ander voertuig later op de actuele weg zijn
alarmlichten heeft geactiveerd of gladheid
heeft gedetecteerd. Informatie over gladheid
wordt ook verstrekt, als het uw eigen auto is
die gladheid detecteert.
Connected Safety kan u van dienst zijn met
het volgende:
Waarschuwing voor het gebruik van
•
alarmlichten
Waarschuwing voor gladheid
•
Als uw eigen auto gladheid detecteert, krijgt
niet alleen u die informatie te zien maar ook de
bestuurders van de overige voertuigen op de
weg worden via internet gewaarschuwd.
N.B.
De Connected Safety-communicatie tus-
sen voertuigen werkt alleen voor voertui-
gen die zijn uitgerust met en het systeem
geactiveerd hebben.
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Waarschuwing voor het gebruik van
alarmlichten
Wanneer u de alarmlichten van uw auto acti-
veert, kunnen naderende voertuigen daarover
bericht krijgen.
Wanneer u een voorligger
met ingeschakelde alarmlich-
ten nadert, verschijnt dit sym-
bool op het instrumentenpa-
neel.
Wanneer u de voorligger met ingeschakelde
alarmlichten dichter nadert, wordt het sym-
bool op dubbele grootte weergegeven.
Waarschuwing voor gladheid
Als uw auto een verslechtering detecteert in
de frictie tussen de banden en het wegdek,
wordt deze informatie verzonden naar nadere
voertuigen.
Bij een waarschuwing voor
gladheid verschijnt het
nevenstaande symbool op
het instrumentenpaneel –
zowel in uw eigen auto als in
naderende voertuigen die de
waarschuwing voor gladheid
via Connected Safety hebben ontvangen.
}}
279