DISPLAYS EN STEMBEDIENING
Buitentemperatuurmeter
De buitentemperatuurmeter staat aangege-
ven op het bestuurdersdisplay.
Een sensor registreert de temperatuur buiten
de auto.
Als de auto geparkeerd heeft gestaan, is het
mogelijk dat de meter een te hoge tempera-
tuur aangeeft.
Wanneer de buitentemperatuur in
het gebied –5 °C tot +2 °C (23 °F
tot 36 °F) ligt, brandt er ook een
sneeuwvloksymbool op het bestuur-
dersdisplay om te wijzen op het gevaar voor
gladheid.
Wijzig de eenheid voor o.a. de temperatuur-
meter via systeeminstellingen in het hoofd-
scherm op het middendisplay.
88
Gerelateerde informatie
Bestuurdersdisplay (p. 80)
•
Systeemeenheden wijzigen (p. 126)
•
Controlesymbolen op
bestuurdersdisplay
De controlesymbolen attenderen u erop dat
de bijbehorende functies ingeschakeld zijn,
de desbetreffende systemen actief zijn of dat
er storingen of gebreken zijn opgetreden.
Symbool
Betekenis
Informatie, lees displaymel-
ding
Bij een afwijking in een van de
autosystemen gaat het informa-
tiesymbool branden op het
bestuurdersdisplay en ver-
schijnt er een displaytekst. Het
informatiesymbool kan ook
gaan branden in combinatie
met andere symbolen.
Storing in remsysteem
Het symbool brandt bij een sto-
ring in de parkeerrem.
Storing in ABS
Als het symbool brandt, is het
systeem defect. Het normale
remsysteem van de auto werkt
dan nog wel, zij het zonder
ABS-regeling.