STARTEN EN RIJDEN
||
Bij een automatische versnellingsbak
Laat het rempedaal los. De motor start
•
automatisch en u kunt doorrijden. Op een
oplopende helling grijpt de hellingrem
13
(HSA
) in om te voorkomen dat de auto
achteruitrolt.
Wanneer de functie Auto Hold geactiveerd
•
is, wordt de autostart uitgesteld tot het
moment van indrukken van het gaspedaal.
Wanneer de adaptieve cruisecontrol of
•
Pilot Assist geactiveerd is, start de motor
automatisch bij het intrappen van het gas-
pedaal of bij het indrukken van de
knop van de linker stuurknoppenset.
Houd met uw voet het rempedaal in
•
dezelfde stand en bedien het gaspedaal.
De motor start automatisch.
Op een aflopende helling: Laat het rempe-
•
daal iets opkomen, zodat de auto begint te
rollen. De motor start automatisch na een
geringe snelheidsverhoging.
Bij een handgeschakelde versnellingsbak
Met de schakelhendel in de neutrale
•
stand: Bedien het koppelingspedaal of het
gaspedaal – de motor start.
Op een aflopende helling: Laat het rempe-
•
daal iets opkomen, zodat de auto begint te
13
Hill Start Assist
434
rollen. De motor start automatisch na een
geringe snelheidsverhoging.
Symbolen op het bestuurdersdisplay
Het symbool
•
renteller wanneer het systeem beschik-
baar is.
Een wijzer van de toerenteller staat op
•
, wanneer het systeem actief is en
-
de motor automatisch is afgezet.
Het symbool
•
wanneer het systeem niet beschikbaar is.
Er verschijnt geen symbool, wanneer het
•
systeem uitstaat.
verschijnt op de toe-
Het systeem is actief en de motor is automatisch
afgezet.
Gerelateerde informatie
Start/Stop-systeem uitschakelen (p. 435)
•
staat grijs gearceerd
Voorwaarden voor het Start/Stop-systeem
•
(p. 435)
Start/Stop-systeem (p. 433)
•
Hulp tijdens het wegrijden op een helling
•
(p. 420)
Automatische rem bij stilstand (p. 418)
•