Parkeren afbreken
Een parkeerprocedure wordt afgebroken:
als u het stuurwiel aanraakt
•
als u te snel met de auto rijdt – sneller dan
•
7 km/h (4 mph)
als u op
Annuleren
op het middendisplay
•
drukt
bij een ingreep van het antiblokkeerrem-
•
systeem of de elektronische stabiliteitsre-
geling, bijvoorbeeld als een wiel geen grip
meer heeft bij een glad wegdek
als de stuurbekrachtiging met een beperkt
•
vermogen werkt – zoals bij koeling op
grond van oververhitting.
als de parkeersensoren tijdens het parke-
•
ren een voertuig of een voetganger detec-
teren in de beoogde rijrichting voor of ach-
ter de auto, wordt de auto automatisch
afgeremd tot stilstand.
In voorkomende gevallen laat een melding op
het middendisplay u weten waarom de par-
keerprocedure is afgebroken.
116
Met "goedgekeurde banden" wordt bedoeld: banden van hetzelfde type en merk als die bij levering af fabriek origineel waren gemonteerd.
BELANGRIJK
Onder bepaalde omstandigheden kan de
functie geen parkeerplaatsen vinden – bij-
voorbeeld omdat de sensoren worden
gestoord door externe geluidsbronnen die
dezelfde ultrasoonfrequenties gebruiken
als waar het systeem mee werkt.
Voorbeelden van dergelijke bronnen zijn
o.a. claxons, natte banden op asfalt, pneu-
matische remmen en uitlaatgeluid van
motorfietsen.
N.B.
Als vuil, ijs en sneeuw de sensoren bedek-
ken, neemt de functie af en kan meten
onmogelijk worden gemaakt.
Uw verantwoordelijkheid
Vergeet niet dat functie een hulpmiddel is en
geen onfeilbaar en volautomatisch systeem.
Wees daarom altijd voorbereid om de parkeer-
manoeuvre te onderbreken.
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Er zijn ook een paar details waar u bij het par-
keren op moet letten, bijvoorbeeld:
U moet altijd bepalen of het vak dat de
•
functie voorstelt zich leent om in te parke-
ren.
Gebruik de functie niet als u sneeuwket-
•
tingen of een reservewiel hebt gemon-
teerd.
Gebruik de functie niet als er lading buiten
•
de auto uitsteekt.
Hevige regen of sneeuwval kan ertoe lei-
•
den dat het parkeervak niet op een juiste
manier wordt gemeten.
Tijdens het zoeken en meten van parkeer-
•
vakken kan de functie obstakels die diep
in een parkeervak liggen over het hoofd
zien.
In smalle straten zijn niet altijd parkeer-
•
vakken te vinden, omdat er mogelijk te
weinig ruimte voor manoeuvreren is.
Gebruik goedgekeurde banden
•
juiste bandenspanning – dit is van invloed
op de capaciteiten van de parkeerfunctie.
De functie gaat uit van de onderlinge posi-
•
tie van de geparkeerde voertuigen – als
deze ongelukkig geparkeerd staan, kun-
nen de banden en velgen van uw auto
116
met de
}}
401