KLIMAAT
||
Hoofdklimaat
Klimaat hoofdinstelling
Op het tabblad
u behalve de klimaatfuncties in het klimaatveld
ook de hoofdklimaatfuncties regelen.
Max
,
Elektrisch
,
Achter
voor ontwaseming van ruiten en buiten-
spiegels.
AC
– Bediening voor airconditioning.
5
Niet beschikbaar bij handmatige klimaatregeling.
204
Recirc.
kunt
Bediening voor luchtverdeling.
Ventilatorbediening.
AUTO
Parkeerklimaat*
Op het tabblad
keerklimaat van de auto te regelen.
Klimaatregelingsbediening achter op
de tunnelconsole*
Als de auto is uitgerust met elektrische achter-
bankverwarming*, zitten er achter op de tun-
nelconsole fysieke bedieningsknoppen voor de
functie.
Gerelateerde informatie
Klimaatregeling (p. 192)
•
Elektrische voorstoelverwarming* active-
•
ren en deactiveren (p. 205)
Elektrische stoelverwarming achter* acti-
•
veren en deactiveren (p. 206)
Elektrische stuurverwarming* activeren en
•
deactiveren (p. 207)
– Bediening
Automatische klimaatregeling activeren
•
(p. 208)
Luchtrecirculatie activeren en deactiveren
•
(p. 208)
– Bediening voor luchtrecirculatie.
– Automatische klimaatregeling
Parkeerklimaat
is het par-
Maximale ontwaseming activeren en
•
deactiveren (p. 209)
Elektrische voorruitverwarming* activeren
•
en deactiveren (p. 211)
Elektrische achterruit- en buitenspiegel-
•
5
.
verwarming activeren en deactiveren
(p. 212)
Ventilatorstand voorin regelen (p. 213)
•
Temperatuur synchroniseren (p. 215)
•
Airconditioning activeren en deactiveren
•
(p. 215)
* Optie/accessoire.