SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
een transpondersleutel
Met de transpondersleutel zijn de portieren,
de achterklep en de tankvulklep te vergrende-
len en ontgrendelen. De transpondersleutel
moet in de auto aanwezig zijn om deze te
kunnen starten.
Transpondersleutel
3
of transpondersleutel zonder
knoppen (Key Tag)*.
U gebruikt de transpondersleutel niet actief bij
het starten, omdat een auto in standaarduit-
voering is uitgerust met ondersteuning voor
passief starten (Passive Start). Het is vol-
doende als de sleutel zich voor in het interieur
bevindt.
Bij auto's met passieve vergrendeling en ont-
grendeling (Passive Entry)* is de auto altijd te
starten, ongeacht waar de sleutel zich in de
auto bevindt. In dat geval wordt ook een wat
3
De afbeelding is schematisch, zodat er afhankelijk van het model afwijkingen mogelijk zijn.
230
kleinere en lichtere transpondersleutel zonder
knoppen (Key Tag) geleverd.
De transpondersleutels zijn te koppelen aan
verschillende bestuurdersprofielen om per-
soonlijke instellingen voor de auto op te slaan.
Knoppen op transpondersleutel
De transpondersleutel heeft vier knoppen - een aan
de linker- en drie aan de rechterzijde.
Vergrendelen – Bij eenmaal indrukken
worden alle portieren, de achterklep en de
tankvulklep vergrendeld en wordt het
alarm* geactiveerd.
Bij lang indrukken worden alle ruiten en
het panoramadak* tegelijkertijd gesloten.
Ontgrendelen – Bij eenmaal indrukken
worden alle portieren, de achterklep en de
tankvulklep ontgrendeld en wordt het
alarm gedeactiveerd.
Bij lang indrukken worden alle ruiten tege-
lijkertijd gesloten. Deze doorluchtfunctie is
onder te meer te gebruiken om de auto bij
warm weer snel te luchten.
Achterklep – Ontgrendelt alleen de ach-
terklep en deactiveert de alarmfunctie
voor de achterklep. Bij auto's met elektri-
sche achterklepbediening* is de achter-
klep automatisch te openen bij lang
indrukken. De achterklep is in het gegeven
geval ook te sluiten door lang indrukken –
er klinken waarschuwingssignalen.
Paniekfunctie – bestemd om in noodge-
vallen de aandacht van anderen te trekken.
Als u de knop ten minste 3 seconden lang
ingedrukt houdt of tweemaal achtereen
binnen 3 seconden indrukt, worden de
richtingaanwijzers, de interieurverlichting
en de claxon geactiveerd. U kunt deze
functie met dezelfde toets weer uitscha-
kelen, als de functie minimaal 5 seconden
actief geweest is. Anders wordt deze
functie na zo'n 3 minuten automatisch uit-
geschakeld.
* Optie/accessoire.