STARTEN EN RIJDEN
21
Benzineroetfilter
Een benzinemodel is uitgerust met een roet-
filter voor een effectievere uitlaatgasreiniging.
In normale rijomstandigheden blijven roetdeel-
tjes uit de uitlaatgassen in het benzineroetfil-
ter achter. Normaal vindt passieve regeneratie
plaats waarbij de roetdeeltjes worden geoxi-
deerd en verbrand. Op die manier wordt het
filter gereinigd.
Bij frequente ritten op lage snelheden of her-
haalde koude starts bij lage temperaturen is
mogelijk actieve regeneratie vereist. De rege-
neratie van het roetfilter vindt automatisch
plaats en duurt normaal 10-20 minuten. Tij-
dens de regeneratie kan het brandstofverbruik
tijdelijk toenemen.
Wanneer u bij koud weer de standverwarming
inschakelt, bereikt de motor sneller de nor-
male bedrijfstemperatuur.
Bij frequente korte ritten op lage
snelheden met een benzinemodel
De capaciteit van de uitlaatgasreiniging hangt
af van de rijstijl. Voor optimale zuinigheid is
het belangrijk om ritten van verschillende
lengte en op uiteenlopende snelheden te
maken.
Als u vaak korte ritten maakt op lage snelheid
(of bij koud weer) zodat de motor niet op
21
Geldt voor bepaalde varianten.
448
bedrijfstemperatuur komt, kan problemen ver-
oorzaken die op termijn aanleiding kunnen
geven tot storingen en waarschuwingsmeldin-
gen kunnen triggeren. Als u vaak ritten in
stadsverkeer maakt is het belangrijk om ook
regelmatig ritten op hogere snelheden te
maken om ervoor te zorgen dat de uitlaatgas-
reiniging kan regenereren.
Rijd tussen de tankbeurten in minstens 20
•
minuten op de snelweg met snelheden
hoger dan 70 km/h (44 mph).
Gerelateerde informatie
Benzine (p. 447)
•
Dieselolie
Bij het tanken is het belangrijk om de juiste
dieselolie te gebruiken. Er zijn verschillende
dieseloliekwaliteiten in de handel voor
gebruik in uiteenlopende omstandigheden.
Maak alleen gebruik van dieselolie van gere-
nommeerde oliemaatschappijen. Giet nooit
brandstof van twijfelachtige kwaliteit in de
tank. De dieselolie moet voldoen aan de norm
EN 590 of SS 155435. Dieselmotoren zijn
gevoelig voor verontreinigingen in de brand-
stof, zoals een te hoog gehalte aan zwavel- of
metaaldeeltjes.
Aanduiding
Sticker aan binnenkant tankvulklep.
De aanduiding conform de CEN-norm
EN16942 zit aan de binnenkant van de tank-
vulklep en uiterlijk 12 oktober 2018 ook op de
desbetreffende brandstofpompen en mond-
stukken, op tankstations in heel Europa.