Download Print deze pagina

Volvo XC40 2020 Gebruikershandleiding pagina 467

Advertenties

N.B.
Extreme weersomstandigheden, gebruik
van aan aanhangwagen of ritten op grote
hoogte zijn, in combinatie met een slech-
tere brandstofkwaliteit dan aanbevolen,
factoren die het brandstofverbruik aanzien-
lijk kunnen doen toenemen.
Aanhangwagencontact
Als de trekhaak van de auto een 13-polige aan-
sluiting heeft en de aanhangwagen een
7-polige aansluiting, hebt u een adapter nodig.
Gebruik een door Volvo goedgekeurde adap-
ter. Zorg dat de kabel niet over de grond
sleept.
BELANGRIJK
Als de motor wordt afgezet, kan de con-
stante accuspanning voor het aanhange-
rcontact automatisch worden uitgescha-
keld om de startaccu niet te ontladen.
Aanhangwagengewichten
WAARSCHUWING
Volg de vermelde aanbevelingen voor het
aanhangergewicht. Anders is het mogelijk
dat de hele combinatie bij uitwijkmanoeu-
vres en afremmen moeilijk onder controle
is te houden.
N.B.
De vermelde maximaal toegestane aanhan-
gergewichten zijn door Volvo toegestaan.
Nationale voertuigvoorschriften kunnen het
aanhangergewicht en de snelheid verder
beperken. De trekhaken zijn mogelijk
gecertificeerd voor hogere trekgewichten
dan wat de auto mag trekken.
Niveauregeling*
De niveauregeling van de auto streeft ernaar
om ongeacht de belading dezelfde rijhoogte
aan te houden (tenzij het maximaal toelaatbare
gewicht wordt overschreden). Wanneer de
auto stilstaat, zakt de achterkant normaal iets
omlaag.
Rijden in heuvelachtige gebieden en
landen met een warm klimaat
Onder bepaalde omstandigheden bestaat het
risico van oververhitting tijdens het rijden met
aanhangwagen. Bij oververhitting van de
STARTEN EN RIJDEN
motor en de aandrijving gaat een waarschu-
wingssymbool branden op het bestuurdersdis-
play en verschijnt er een melding.
Het volgende geldt bij een auto met een auto-
matische versnellingsbak:
De automatische versnellingsbak kiest altijd
de juiste versnelling op basis van de belasting
en het motortoerental.
Steile hellingen
Blokkeer de automatische versnellingsbak niet
met een hogere versnelling dan de motor
"aankan" – rijden in een hoge versnelling bij
een laag motortoerental is niet altijd zuinig.
Op een helling parkeren
1.
Trap het rempedaal in.
2. Activeer de parkeerrem.
3. Kies de schakelstand P.
4. Laat het rempedaal los.
Gebruik wielblokken, als u een auto met aan-
hangwagen op een steile helling parkeert.
Op een helling wegrijden
1.
Trap het rempedaal in.
2. Kies de schakelstand D.
3. Parkeerrem lossen.
4. Haal uw voet van het rempedaal en rijd
weg.
}}
465
* Optie/accessoire.

Advertenties

loading