WIELEN EN BANDEN
||
10. Breng de krik omhoog totdat deze goed
zit en contact maakt met het kriksteun-
punt van de auto. Controleer of de kop van
de krik (of de dragerarmen in een werk-
plaats) goed in het steunpunt is (zijn)
geplaatst, zodat de verhoging in het mid-
den van de kop in de opening in het steun-
punt past en of de voet loodrecht onder
het steunpunt staat.
11. Draai de krik zo dat de slinger zo ver
mogelijk van de zijkant van de auto komt.
De armen van de krik staan dan haaks op
de rijrichting van de auto.
12. Krik de auto zo ver op dat het wiel van de
grond komt. Verwijder de wielbouten en til
het wiel eraf.
Gerelateerde informatie
Bij het verwisselen van wielen (p. 552)
•
Auto opnemen (p. 594)
•
Krik* (p. 553)
•
Sleepoog monteren en demonteren
•
(p. 471)
Wiel monteren (p. 556)
•
556
Wiel monteren
Het vervangen van wielen moet altijd op de
juiste manier gebeuren. Hier volgen instruc-
ties voor het monteren van een wiel en waar
u daarbij op moet letten.
BELANGRIJK
Als de krik* niet wordt gebruikt, moet
•
deze worden bewaard op de daarvoor
bedoelde plaats onder de vloer van de
bagageruimte.
De normale krik die bij de auto zit, is
•
alleen bestemd voor sporadisch en
kortstondig gebruik zoals bij het ver-
wisselen van een lekke band. Hef de
auto alleen met een krik die voor het
desbetreffende model bestemd is. Als
de auto vaker moet worden opgekrikt
of voor langere tijd zoals bij het onder-
ling roteren van de banden wordt het
gebruik van een garagekrik geadvi-
seerd. Volg in dat geval de gebruiks-
aanwijzing van de desbetreffende krik.
WAARSCHUWING
Activeer de parkeerrem en zet de keu-
•
zehendel in de parkeerstand (P).
Blokkeer de wielen die op de grond
•
staan met grote houtblokken of grote
stenen.
Controleer of de krik onbeschadigd is,
•
of de schroefdraden goed zijn
gesmeerd en of deze vrij van vuil is.
Controleer of de krik op een vaste en
•
vlakke ondergrond staat die niet glad is
en niet helt.
De krik moet op de juiste wijze in het
•
kriksteunpunt zijn bevestigd.
Leg nooit iets tussen de krik en de
•
ondergrond en evenmin tussen de krik
en het kriksteunpunt van de auto.
Laat nooit passagiers in een auto zitten
•
die op een krik staat.
Bij het verwisselen van een wiel langs
•
de kant van de weg dienen eventuele
passagiers op veilige afstand te gaan
staan.
Gebruik bij het verwisselen van banden
•
de krik die bij de auto hoort. Bok de
* Optie/accessoire.