Instellingen voor ontgrendeling op
afstand en van de binnenzijde
U kunt verschillende procedures voor externe
ontgrendeling kiezen.
Om de instelling te wijzigen:
1.
Tik op
Instellingen
op het hoofdscherm
van het middendisplay.
2. Tik op
My Car
Vergrendeling
afstand en van binnenuit
ontgrendelen.
3. Kies een alternatief:
Alle portieren
– ontgrendelt alle por-
•
tieren tegelijkertijd.
Een portier
– ontgrendelt alleen het
•
bestuurdersportier. Om alle portieren te
ontgrendelen moet u de ontgrende-
lingsknop op de transpondersleutel
tweemaal indrukken.
De instellingen die u hier verricht zijn ook van
invloed op de centrale vergrendeling via de
openingsgreep aan de binnenzijde.
Gerelateerde informatie
Vergrendelen en ontgrendelen met trans-
•
pondersleutel (p. 232)
Vergrendelen en ontgrendelen van de bin-
•
nenzijde van de auto (p. 256)
Achterklep ontgrendelen met
transpondersleutel
Met een knop op de transpondersleutel is het
mogelijk alleen de achterklep te ontgrende-
len.
Op
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
Druk op de knop
op de transponder-
1.
sleutel.
> De achterklep wordt ontgrendeld maar
blijft dichtstaan.
De zijportieren blijven vergrendeld en
het alarm op de portieren blijft actief*.
De vergrendelings- en alarmindicatie op
het dashboard dooft om aan te geven
dat niet alle delen van de auto zijn ver-
grendeld.
Raak het met rubber beklede drukpla-
tje onder aan de handgreep van de ach-
terklep voorzichtig aan om de achter-
klep te openen. Als de achterklep niet
binnen 2 minuten na ontgrendeling
wordt geopend, wordt de klep weer
vergrendeld en het alarm opnieuw
geactiveerd.
2. Met de optie elektrische achterklepbedie-
ning* -
Druk lang (zo'n 1,5 seconde) op de knop
van de transpondersleutel
> De achterklep wordt ontgrendeld en
geopend, terwijl de zijportieren ver-
grendeld blijven en het alarm op de por-
tieren actief blijft.
}}
233
* Optie/accessoire.