Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Sew Eurodrive MOVITRAC B Technische Handleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor MOVITRAC B:
Inhoudsopgave

Advertenties

*31959032_0124*
Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services
Technische handleiding
®
MOVITRAC
B
Uitgave 01/2024
31959032/NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Sew Eurodrive MOVITRAC B

  • Pagina 1 *31959032_0124* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services Technische handleiding ® MOVITRAC Uitgave 01/2024 31959032/NL...
  • Pagina 2 SEW-EURODRIVE—Driving the world...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Algemene aanwijzingen......................  5 Opbouw van de waarschuwingen ................... 5 Veiligheidsaanwijzingen ......................  7 Doelgroep ........................ 7 Reglementair gebruik...................... 7 Functionele veiligheidstechniek .................. 8 Transport......................... 8 Opstelling/montage ...................... 9 Elektrische installatie ...................... 9 Veilige scheiding ...................... 9 Inbedrijfstelling/gebruik .................... 10 Opbouw van het apparaat ......................  11 Typeaanduiding ...................... 11 Typeplaatje ........................ 12 Omvang van de levering .................... 13 Bouwgrootte 0XS / 0S / 0L.................... 14 Bouwgrootte 1 / 2S / 2 .................... 15 Bouwgrootte 3....................... 16...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Statusindicaties...................... 120 Returncodes (r-19 – r-38) ................... 121 Programmeerapparaat DBG60B................. 122 Informatiemeldingen .................... 122 Functies van het programmeerapparaat DBG60B............ 124 Foutenlijst (F00 – F113).................... 128 Service ...........................  132 Apparaatinformatie...................... 132 Elektronicaservice van SEW-EURODRIVE B.V............ 133 Langdurige opslag ...................... 134 Afvoeren........................ 134 IT-beveiligingsrichtlijnen voor een beveiligde afvoer .......... 135 Trefwoordenregister ......................  137 ®...
  • Pagina 5: Algemene Aanwijzingen

    Algemene aanwijzingen Opbouw van de waarschuwingen Algemene aanwijzingen Opbouw van de waarschuwingen 1.1.1 Betekenis van de signaalwoorden Onderstaande tabel laat de onderverdeling en betekenis van de signaalwoorden en de waarschuwingen zien. Signaalwoord Betekenis Gevolgen wanneer de aanwijzin- gen niet in acht worden genomen Onmiddellijk dreigend gevaar Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel GEVAAR...
  • Pagina 6: Opbouw Van De Geïntegreerde Waarschuwingen

    Algemene aanwijzingen Opbouw van de waarschuwingen Gevarensymbool Betekenis Waarschuwing voor zwevende lasten 1.1.4 Opbouw van de geïntegreerde waarschuwingen De geïntegreerde waarschuwingen zijn direct in de handelingsinstructies vóór de ge- vaarlijke handeling ingebed. Hieronder ziet u de formele opbouw van een geïntegreerde waarschuwing:  ...
  • Pagina 7: Veiligheidsaanwijzingen

    Veiligheidsaanwijzingen Doelgroep Veiligheidsaanwijzingen Doelgroep Vakmensen op het Alle mechanische werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door geschoold gebied van me- personeel met een geschikte opleiding. Geschoolde vakmensen zijn volgens deze do- chanische werk- cumentatie personen die vertrouwd zijn met de opbouw, de mechanische installatie, zaamheden het verhelpen van storingen en het onderhoud van het product en personen die aan onderstaande kwalificaties voldoen:...
  • Pagina 8: Beperkingen Conform De Europese Weee-Richtlijn 2012/19/Eu

    Veiligheidsaanwijzingen Functionele veiligheidstechniek Het product kan in combinatie met de onderstaande motoren in industriële installaties worden gebruikt: • Asynchrone draaistroommotoren • Synchrone draaistroommotoren Raadpleeg het typeplaatje en het hoofdstuk "Technische gegevens" in de documenta- tie voor de technische gegevens en informatie over de aansluitvoorwaarden. Neem de gegevens en voorwaarden altijd in acht.
  • Pagina 9: Opstelling/Montage

    Veiligheidsaanwijzingen Opstelling/montage Neem de aanwijzingen voor de klimaatvoorwaarden overeenkomstig het hoofdstuk "Technische gegevens" in het betreffende producthandboek in acht. Opstelling/montage Let erop dat het product volgens de voorschriften in de documentatie opgesteld en ge- koeld wordt. Bescherm het product tegen te zware, mechanische belasting. Het product en de bij- behorende componenten mogen niet over voet- en rijpaden heen steken.
  • Pagina 10: Inbedrijfstelling/Gebruik

    Veiligheidsaanwijzingen Inbedrijfstelling/gebruik Om ervoor te zorgen dat de toelaatbare contactspanningen in SELV- of PELV-circuits bij een storing niet worden overschreden, is een continue potentiaalvereffening bij de- ze circuits vereist. Als dit niet mogelijk is, moet u andere veiligheidsmaatregelen tref- fen. Deze veiligheidsmaatregelen zijn beschreven in IEC 61800-5-1. Inbedrijfstelling/gebruik Zorg ervoor dat de klemmenkasten dicht en vastgeschroefd zijn voordat u de voe- dingsspanning aansluit.
  • Pagina 11: Opbouw Van Het Apparaat

    Opbouw van het apparaat Typeaanduiding Opbouw van het apparaat Typeaanduiding Voorbeeld: MC07B0022-2B1-4-00 /T Productfamilie ® MOVITRAC Serie Serie 07 Versie B = versie van de apparaatserie 0022 Vermogensklasse 0022 = 2.2 kW Aansluitspanning 2 = 200 – 240 V AC 5 = 380 – 500 V AC Radio-ontstoring 0 = geen radio-ontstoring A = ontstoringsgraad C2...
  • Pagina 12: Typeplaatje

    Opbouw van het apparaat Typeplaatje Typeplaatje De onderstaande afbeelding geeft een voorbeeld van een typeplaatje weer: 18014401695029643 Ingang Nominale netspanning Omgevingstemperatuur Nominale netstroom Aanbevolen motorvermogen motor 100%-bedrijf 100%-bedrijf Nominale netfrequentie Uitgang Uitgangsspanning 100%-bedrijf Nominale uitgangsstroomsterkte 100%-bedrijf Uitgangsfrequentie De apparaattoestand staat boven de onderste barcode. Deze documenteert de hardware- en softwarever- sies van het apparaat.
  • Pagina 13: Omvang Van De Levering

    Opbouw van het apparaat Omvang van de levering Omvang van de levering De volgende onderdelen zijn voor elke bouwgrootte verpakt in een zakje met acces- soires. EMV-Kondensatoren deaktiviert. EMC Capacitors deactivated. Condensateurs CEM désactivés. 8196737.LBL Nummer afbeel- Bouwgrootte ding 0XS, 0S, 4, 5 Afschermingsplaat voor besturingselektronica met klem en bout Afschermingsplaat voor vermogensdeel zonder bouten...
  • Pagina 14: Bouwgrootte 0Xs / 0S / 0L

    Opbouw van het apparaat Bouwgrootte 0XS / 0S / 0L Bouwgrootte 0XS / 0S / 0L [14] [13] [12] [11] [10] 9007199279301643 X1: netaansluiting: • 3-fasig: L1/L2/L3 • 1-fasig: L/N Bevestigingslip PE-aansluiting Schermplaat voor motorkabel, daaronder bevestigingslip X2: motoraansluiting U/V/W / remaansluiting +R/–R X17: veiligheidscontact voor veilige stop (alleen MC07B ...-S0: bouwgrootte 0S/0L, 400/500 V) X13: digitale uitgangen...
  • Pagina 15: Bouwgrootte 1 / 2S / 2

    Opbouw van het apparaat Bouwgrootte 1 / 2S / 2 Bouwgrootte 1 / 2S / 2 [14] [13] [12] [11] [10] 9007199346901259 X1: netaansluiting 3-fasig: L1 / L2 / L3 / PE-schroef X4: tussenkringaansluiting –U  / +U X3: aansluiting remweerstand R+ / R– / PE Elektronica-schermklem X2: motoraansluiting U / V / W / PE-schroef X17: veiligheidscontact voor veilige stop (alleen 400/500 V) X13: digitale uitgangen X12: digitale ingangen X10: analoge ingang...
  • Pagina 16: Bouwgrootte 3

    Opbouw van het apparaat Bouwgrootte 3 Bouwgrootte 3 [16] [15] [14] [13] [12] [11] [10] 18014398601574667 X2: PE-aansluiting X1: netaansluiting 3-fasig: 1/L1 / 2/L2 / 3/L3 X4: tussenkringaansluiting -U X3: aansluiting remweerstand R+ (8) / R- (9) en PE-aansluiting X2: motoraansluiting U (4) / V (5) / W (6) X2: PE-aansluiting Elektronica-schermklem X17: veiligheidscontact voor veilige stop (alleen 400/500 V)
  • Pagina 17: Bouwgrootte 4/5

    Opbouw van het apparaat Bouwgrootte 4/5 Bouwgrootte 4/5 [16] [15] [14] [13] [12] [11] [10] 9007199346827019 X2: PE-aansluiting X1: netaansluiting 3-fasig: 1/L1 / 2/L2 / 3/L3 X4: tussenkringaansluiting –U  / +U en PE-aansluiting X3: aansluiting remweerstand R+ (8) / R- (9) en PE-aansluiting X2: motoraansluiting U (4) / V (5) / W (6) X2: PE-aansluiting Elektronica-schermklem X17: veiligheidscontact voor veilige stop (alleen 400/500 V)
  • Pagina 18: Installatievoorschriften Basisapparaat

    Mechanische installatie Installatievoorschriften basisapparaat Mechanische installatie GEVAAR De oppervlakken van het koellichaam kunnen meer dan 70°C zijn. Gevaar voor verbranding. • Koellichaam niet aanraken. GEVAAR Gevaarlijke spanningen op kabels en klemmen. Dodelijk of ernstig letsel door elektrische schokken. • Scheid de regelaar van het net en wacht 10 minuten, voordat u met de werk- zaamheden begint.
  • Pagina 19: Installatie Accessoires En Opties

    Mechanische installatie Installatie accessoires en opties Installatie accessoires en opties 4.2.1 Plaatsen van de frontmodules Plaats de frontmodules als volgt: FIO 11B FIO 21B FSC 11B FSC 12B FSE 24B 9007203144332427 4.2.2 PTC-remweerstand BW1/BW3 met FKB10B De PTC-remweerstanden BW1 en BW3 [1] kunnen met een optionele bevestigings- hoek FKB10B [2], artikelnummer 18216218, op de afschermingsplaat onder de rege- laar worden gemonteerd.
  • Pagina 20 Mechanische installatie Installatie accessoires en opties 4.2.3 Weerstanden in vlakke bouwvorm met FKB11B/FKB12B/FKB13B en FHS11B/FHS12B/ FHS13B Installeer de remweerstanden in platte bouwvorm als volgt: • FKB11B / FKB12B / FKB13B: bevestiging aan de achterwand van de schakelkast • FHS11B / FHS12B / FHS13B: bevestiging met bevestigingsrail FKB11B FHS11B FKB12B FHS12B FKB13B...
  • Pagina 21: Elektrische Installatie

    Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat 5.1.1 Aanbevolen gereedschap Gebruik voor de aansluiting van de elektronicaklemmenstrook X10/X12/X13 een schroevendraaier met een breedte van 2,5 mm. 5.1.2 EMC-conforme installatie Neem onderstaande aanwijzingen in acht: • Behalve de voedingskabel moeten alle leidingen afgeschermd zijn. Bij de motor- kabel kunt u voor het bereiken van de grenswaarden voor de storingsemissie als alternatief voor het scherm de optie HD..
  • Pagina 22 Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat 5.1.3 Schermklemmen Installatie afschermingsplaat voor besturingselektronica (alle bouwgrootten) ® Bij MOVITRAC  B wordt er standaard een afschermingsplaat voor de besturingselek- tronica met een bevestigingsbout meegeleverd. Monteer de afschermingsplaat voor de besturingselektronica als volgt: 1. Draai eerst de bout [1] los 2.
  • Pagina 23 Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat Monteer de afschermingsplaat voor het vermogensdeel met de beide bevestigings- bouten. 45475469707 Afschermingsplaat PE-aansluiting Bouwgrootte 1 ® Bij MOVITRAC B bouwgrootte 1 wordt er standaard een afschermingsplaat voor het vermogensdeel met 2 bevestigingsbouten geleverd. Monteer de afschermingsplaat voor het vermogensdeel met de beide bevestigings- bouten.
  • Pagina 24 Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat Bouwgrootte 2S/ 2 ® Bij MOVITRAC B Baugröße 2S  /  2 wordt er standaard een afschermingsplaat voor het vermogensdeel met 2 bevestigingsbouten geleverd. Monteer de afschermingsplaat voor het vermogensdeel met de beide bevestigings- bouten. De volgende afbeelding laat bouwgrootte 2 zien. 45475479435 Afschermingsplaat PE-aansluiting...
  • Pagina 25 Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat Installeer de aanraakbeveiliging volgens volgende afbeelding. IP10 IP20 IP10 8/+R 9/-R IP20 8/+R 9/-R 9007199366497419 Bouwgrootte 4 / 5 ® Bij MOVITRAC B bouwgrootte 4 / 5 worden er standaard 2 aanraakbeveiligingen met 8 bevestigingsbouten meegeleverd. Monteer de aanraakbeveiliging op de beide afdekkappen voor de klemmen van het vermogensdeel.
  • Pagina 26 Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat ® MOVITRAC B bouwgrootte 4 en 5 voldoet alleen onder de volgende voorwaarden aan beschermingsgraad IP10: • De aanraakbeveiliging is volledig gemonteerd • De krimpkous is op alle klemmen van het vermogensdeel (X1, X2, X3, X4) aange- bracht AANWIJZING Als er niet aan de bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan, hebben de regelaars...
  • Pagina 27: Aansluitschema

    Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat 5.1.4 Aansluitschema 3 x AC 400/500 V / PE ® MOVITRAC 3 x AC 230 V / PE 1 x AC 230 V / N / PE FSC11B –U PE X4 H L A 1 2 3 4 5 6 Omschakeling I-signaal ->...
  • Pagina 28 Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat X4 is alleen bij bouwgrootte 1 tot 5 aanwezig. Vanaf bouwgrootte 3 zijn er 2 extra PE- klemmen. 5.1.5 Voorwaarden voor de Cold Plate installatie - alleen bouwgrootte 0 Het vermogensverlies van de frequentieregelaars kan worden afgevoerd via koelers, die met verschillende koelmiddelen werken (lucht, water, olie, enz.).
  • Pagina 29 Leg de vermogenskabels en elektronicakabels in gescheiden kabelgoten. 5.1.8 Bedrijf met IT-stelsels SEW EURODRIVE adviseert om bij netsystemen met een niet-geaard sterpunt (IT- netwerken) isolatiebewakingsrelais met pulscodemeetmethoden toe te passen. Hier- door wordt voorkomen dat het isolatiebewakingsrelais door de aardcapaciteiten van de regelaar ten onrechte wordt geactiveerd.
  • Pagina 30: Kabellengten Voor Afzonderlijke Aandrijvingen

    Elektrische installatie Installatievoorschriften basisapparaat 5.1.9 Gebruikscategorie van de magneetschakelaars Gebruik alleen magneetschakelaars van de gebruikscategorie AC-3 (EN 60947-4-1). 5.1.10 Vereiste doorsneden Voedingskabel: doorsnede overeenkomstig nominale ingangsstroom I bij nominale belasting Motorkabel: doorsnede overeenkomstig nominale uitgangsstroom I Elektronicakabels: maximaal 1.5 mm zonder adereindhulzen Maximaal 1,0 mm met adereindhulzen 1) U mag fijndradige geleiders niet zonder adereindhulzen monteren.
  • Pagina 31: Digitale Uitgangen

    Elektrische installatie Installatie accessoires en opties – tweede PE-geleider met dezelfde doorsnede als de voedingskabel parallel aan de aardleiding via gescheiden klemmen of – koperen aardleiding met een doorsnede van 10 mm • Voedingskabel 10 – 16 mm – koperen aardleiding met de doorsnede van de voedingskabel. •...
  • Pagina 32 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties 5.2.2 Aansluiting remweerstand BW..-P / BW..-T / BW.. op X3 / X2 WAARSCHUWING De oppervlakken van de remweerstanden bereiken bij belasting met P hoge tem- peraturen. Verbrandings- en brandgevaar. • Kies een geschikte inbouwplaats. Het is gebruikelijk dat remweerstanden op de schakelkast worden gemonteerd.
  • Pagina 33: Installatie Remweerstand

    Elektrische installatie Installatie accessoires en opties 5.2.3 Installatie remweerstand Neem onderstaande aanwijzingen in acht: • Op de voedingskabels naar de remweerstand staat bij nominaal bedrijf een hoge gelijkspanning (ca. 900 V DC). • De oppervlakken van de remweerstanden bereiken bij belasting met P hoge tem- peraturen.
  • Pagina 34 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties Toelaatbare ruimtelijke posities Lamellenweerstand, Draadweerstand Platte weerstand frameweerstand 18512455307 18512457739 De remweerstanden BW003-420-T en BW1.0-170 mogen alleen in positie 1 worden gebruikt. 5.2.5 Netsmoorspoel ND.. Aansluiting netsmoorspoel serie ND.. 9007199272823563 Installatie van optionele vermogenscomponenten Netmagneetschakelaar voor meerdere apparaten Voorschakeling van een netsmoorspoel om de inschakelstroom te beperken: •...
  • Pagina 35: Klapferrieten Ulf11A

    Elektrische installatie Installatie accessoires en opties ® – Tussen netfilter en MOVITRAC  B mag niet worden geschakeld. • Monteer het netfilter vlakbij de regelaar, maar buiten de minimaal benodigde vrije ruimte voor de koeling. • Beperk de leiding tussen het netfilter en de regelaar tot de minimaal benodigde lengte, max.
  • Pagina 36 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties • De parallelschakeling van twee gelijke uitgangsfilters aan de uitgang van één re- gelaar voor de verdubbeling van de nominale doorgangsstroom is toegestaan. Sluit bij de uitgangsfilters dan de gelijknamige aansluitingen parallel aan. • Als de regelaar gebruikt wordt met f = 4 of 8 kHz, mag de aansluiting van het uitgangsfilter V5 (bij HF..-503) of 7 (bij HF..-403) niet worden aangesloten.
  • Pagina 37 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties ® MOVITRAC U V W n = 5 HD... U V W PE Bij een grote kabeldiameter kunt u minder dan 5 wikkelingen doorvoeren en in plaats daarvan 2 of 3 uitgangssmoorspoelen in serie schakelen. SEW-EURODRIVE advi- seert om bij 4 wikkelingen 2 uitgangssmoorspoelen en bij 3 wikkelingen 3 uitgangs- smoorspoelen in serie te schakelen.
  • Pagina 38 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties De aansluitingen L1 / L2 / L3 (bruin / oranje / wit) kunnen in willekeurige volgorde wor- den aangesloten. L1 L2 L3 L1 L2 L3 ® MOVITRAC U V W U V W ® Technische handleiding – MOVITRAC...
  • Pagina 39 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties 5.2.11 Aansluiting netterugvoeding Tussenkringverbinding met netterugvoeding MDR60A0150/0370/0750 F11 F12 F13 (AC3) Een onjuiste tussenkringaansluiting (ompoling, aardsluiting) leidt tot scha- L1 L2 de aan de aangesloten apparaten! Netfilter NF... U1 V1 W1 ND... De netaansluitingen van de regelaar mogen niet U2 V2 W2 worden aangesloten!
  • Pagina 40: Aansluiting Rs485-Interface

    Elektrische installatie Installatie accessoires en opties Tussenkringverbinding met netterugvoeding MDR60A0150 als remmodule F11 F12 F13 (AC3) L1 L2 Netfilter NF... U1 V1 W1 ND... U2 V2 W2 PE L1 PE L1 TRIP rood: MDR niet gereed geel: MDR gereed MOVIDRIVE / MOVITRAC ®...
  • Pagina 41 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties ® RS485-verbinding MOVITRAC  B ® ® ® MOVITRAC MOVITRAC MOVIDRIVE DGND FSC11B / 12B FSC11B / 12B ST11 FIO11B FIO11B ST12 11 H L ⊥ 1 2 3 4 5 6 H L ⊥ 1 2 3 4 5 6 9007199280036491 AANWIJZING...
  • Pagina 42 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties ® Systeembusverbinding MOVITRAC  B ® ® ® MOVITRAC MOVITRAC MOVIDRIVE ON OFF X12: DGND SC11 FSC11B / 12B FSC11B / 12B SC12 3 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 18014398534656779 ®...
  • Pagina 43 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties ® Systeembusverbinding MOVITRAC   B met DFx/UOH11B Gateways of DFx in ® MOVITRAC  B ingebouwd UOH11B DFP21B FAULT ® MOVITRAC ADDRESS FSC11B / 12B 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 + 24 V 18014398749646347 •...
  • Pagina 44 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties • leidingweerstand 120 Ω bij 1 MHz • kabelcapaciteit ≤ 40 pF/m bei 1 kHz Geschikt zijn bijvoorbeeld CAN-Bus- of DeviceNet-kabels. Afscherming aarden • Bevestig de afscherming met een groot contactoppervlak aan beide zijden op de elektronicaschermklem van de regelaar en de masterbesturing. ®...
  • Pagina 45 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties AANWIJZING De DFP21B heeft een geïntegreerde SBus-afsluitweerstand en moet daarom altijd aan het begin van de SBus-verbinding geïnstalleerd worden. De DFP21B heeft altijd het adres 0. X46:1 X26:1 SC11 SBus +, CAN high X46:2 X26:2 SC12 systeembus –, CAN low X46:3...
  • Pagina 46 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties ® MOVITRAC GND = systeembus referentie GND = systeembus referentie SC11 = systeembus high SC22 = systeembus afgaand low SC12 = systeembus low SC21 = systeembus afgaand high SC12 = systeembus aankomend low SC11 = systeembus aankomend high S12 = systeembus afsluitweerstand Let op: •...
  • Pagina 47 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties 9007199442916875 Aansluiting ® MOVITRAC FSC11B MBG11A H L ⊥ 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 188285707 5.2.15 Aansluiting optie interface-omvormer UWS21B Artikelnummer Optionele interfaceomvormer UWS21B: 18204562 ® Technische handleiding – MOVITRAC...
  • Pagina 48 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties Omvang van de levering De levering voor de optie UWS21B bestaat uit: • apparaat UWS21B • seriële interfacekabel met 9-polige Sub-D-bus en 9-polige Sub-D-connector voor de verbinding van UWS21B met pc • seriële interfacekabel met 2 RJ10-connectors voor de verbinding UWS21B  – ®...
  • Pagina 49: Aansluiting Inbouw-Encoder Ei7C

    Elektrische installatie Installatie accessoires en opties 5.2.16 Aansluiting inbouw-encoder EI7C Encoderkabel met een M12 9007203413137803 Aansluiting regelaar Motoraansluitzijde Contact Signaal Kleur kabelader Contact X12.5 (DI04) Bruin (BN) Wit (WH) X12.4 (DI03) Geel (YE) Groen (GN) Rood (RD) Blauw (BU) X12.8 (24VIO) Grijs (GY) X12.9 (GND) Roze (PK)
  • Pagina 50: Aansluiting Van De Remgelijkrichter

    Elektrische installatie Installatie accessoires en opties 5.2.19 Aansluiting van de remgelijkrichter AANWIJZING Voor de aansluiting van de remgelijkrichter is een aparte voedingskabel nodig. Voe- ding via de motorspanning is niet toegestaan! Gebruik voor K11 en K12 alleen magneetschakelaars van de gebruikscategorie AC-3. Zorg altijd voor gelijk- en wisselstroomzijdige uitschakeling van de rem toe bij: •...
  • Pagina 51 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties 5.2.20 Installatie FIO11B/21B, FSC11B/12B, FSE24B De basisapparaten kunnen uitgebreid worden met de modules FIO11B/21B, FSC11B/ 12B en FSE24B. FSC12B FSE24B FIO11B FIO21B FSC11B X45 X40 X30 IN X30 OUT H L A H L A H L A H L A 1 2 3 4 5 6...
  • Pagina 52 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties Functie Klem Beschrijving Data FIO11B FIO21B FSC11B/ FSE24B 24 V DC X46:7 24VIO: Hulpspanning/ex- terne voeding 24 V DC X47:1 24VIO: Externe voeding alleen in- gang X47:2 GND: Referentiepotenti- ® EtherCAT X30: in Via 2 RJ45-connectoren Fast Ethernet X30: out analoge ingang X40:1 AI2: Spanningsingang...
  • Pagina 53 Elektrische installatie Installatie accessoires en opties AANWIJZING De frontmodules FIO21B en FSE24B hebben een 24V-voeding nodig. Als er geen externe voeding wordt aangesloten, mag parameter P808 24VIO-hulpspanningsuit- gang niet worden uitgeschakeld. Schakeling analoge module FIO11B Analoge ingang AI1 Analoge uitgang AO1 Bipolair Unipolair Stroomuitgang AOC1...
  • Pagina 54: Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling GEVAAR Niet-afgedekte vermogensaansluitingen. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel door elektrische schokken. • Installeer de aanraakbeveiliging volgens de voorschriften. • Gebruik het apparaat nooit zonder gemonteerde aanraakbeveiliging. 6.1.1 Voorwaarde Voorwaarde voor een succesvolle inbedrijfstelling is een juiste configuratie van de aandrijving.
  • Pagina 55: Voorbereiding En Hulpmiddelen Bij Inbedrijfstelling Met Programmeerapparaat Of Pc

    Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen • Sluit de signaalklemmen aan. • Schakel de netvoeding in. 6.2.2 Voorbereiding en hulpmiddelen bij inbedrijfstelling met programmeerapparaat of pc • Sluit de netvoeding en de motor aan. Sluit geen signaalklemmen aan, zodat de regelaar niet vrijgegeven kan worden! •...
  • Pagina 56 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Functies van het programmeerapparaat Met de toetsen UP/DOWN/OUT/ENTER kunt u in het menu navigeren. Met de toetsen RUN en STOP/RESET kunt u de aandrijving aansturen. Met de setpointinstelmodule kan het setpoint worden ingesteld. Met UP/DOWN kunt u symbolen selecteren en waarden wijzigen. Met OUT/ENTER kunnen symbolen of parametermenu's worden geactiveerd en gede- Enter activeerd...
  • Pagina 57 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Basisbediening van het programmeerapparaat FBG11B Niveau 1 Niveau 2 Melding Regelaarstatus Toerental Integrator Melding Waarde omhoog out Enter Enter wijzigen/ Integrator wijzigen overnemen omhoog Waarde Integrator Melding out Enter Enter wijzigen/ omlaag Integrator overnemen wijzigen omlaag Menu vaste setpoints Wijzigingsmodus Selectie out Enter...
  • Pagina 58 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Menu-navigatie Als u een symbool selecteert, gaat de in het symbool geïntegreerde led branden. Bij symbolen die alleen weergavewaarden aangeven, verschijnt onmiddellijk de actuele waarde op het display. Parameters wijzigen Als u een symbool heb geselecteerd en de ENTER-toets heb ingedrukt, kunt u de ge- wenste parameter selecteren.
  • Pagina 59 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Inbedrijfstelling met het programmeerapparaat FBG11B Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Motorselectie: - SEW-DT/DV-motor - Niet-SEW-motor - SEW-DRS-motor - SEW-DRE-motor Enter - SEW-DR2S-motor Enter - SEW-DRN-motor Bedrijfssoort Enter - V/f-karakteristiek selecteren: - V/f + gelijkstroomremmen - VFC Enter - VFC gelijkstroomremmen - VFC vangfunctie - VFC hijswerk...
  • Pagina 60 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Benodigde data Voor een succesvolle inbedrijfstelling zijn de volgende data nodig: • motortype (SEW-motor of motor van derden) • motorgegevens – nominale spanning en nominale frequentie. – bovendien bij niet-SEW-motoren: nominale stroom, nominaal vermogen, ver- mogensfactor cosφ en nominaal toerental. •...
  • Pagina 61 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Als de FBG setpointinstelmodule geactiveerd is, knippert het symbool. U kunt het laagste toerental met P301 Minimumtoerental en het hoogste toerental door het symbool n begrenzen. Na een fout kunt u resetten met de toets STOP/RESET via de klem of via de interface. Na de reset is de bedrijfssoort "Handbediende setpoint-instelmodule"...
  • Pagina 62 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen AANWIJZING • Activeer na afsluiting van de inbedrijfstelling de encoderbewaking (P504 = "AAN"). De werking en de voeding van de encoder worden dan bewaakt. ® • Een aangesloten Hiperface -encoder wordt altijd bewaakt, onafhankelijk van de instelling van parameter P504. De encoderbewaking is geen veiligheidsfunctie! Gewenste taal selecteren Als het apparaat voor het eerst ingeschakeld wordt of nadat de fabrieksinstelling van de DBG60B geactiveerd is, verschijnt gedurende enige seconden de volgende tekst...
  • Pagina 63 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Toets Eén menuregel naar boven Toets Invoer bevestigen Toets Contextmenu activeren Toets Eén menuregel naar onder Toets Veranderen van menu, weergavemodus ↔ bewer- kingsmodus Toets Inbedrijfstelling annuleren of beëindigen Inbedrijfstellingsprocedure AANWIJZING ® Dit voorbeeld gaat uit van een 400V-apparaat (MOVIDRIVE 1.
  • Pagina 64 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen 9. Selecteer de volgende parameter met de toets 10. Geef aan of het om een enkele motor of een groepsaandrijving gaat. Selecteer de volgende parameter met de toets ð C22*MOTOREN ð ENKELE MOTOR ð IDENT. MOTOREN 11. Stel de gewenste bedrijfsmodus in. Selecteer de volgende parameter met de toets ð...
  • Pagina 65 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Voorbeeld: Typeplaatje 400△/690☆ 50 Hz m-schakeling → voer "400 V" in. W- schakeling niet zinvol. De motor zou al vanaf 28 Hz in de veldverzwakking terecht komen. 17. Selecteer de volgende parameter met de toets 11. Voer de op het typeplaatje van de motor aangegeven C04* Hz nominale frequentie in.
  • Pagina 66 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen 17. De berekening wordt doorgevoerd. Vervolgens gaat u C08*OPSLAAN automatisch naar de volgende menuoptie. BIJ MOTOREN VAN DERDEN 17. Bij motoren van derden is er voor de berekening een C46*Kalibratieproce- kalibratieprocedure noodzakelijk: dure?→ Overslaan? Cxx*Kalibreren?→ Al- • Zet op X13:1 (DIØØ /REGELAARBLOKK.) een le DI op 0 "1"-signaal, indien hierom wordt verzocht.
  • Pagina 67 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen 3. Stel het juiste aantal pulsen van de encoder in. C16*ENC. STRE- 512 inc 1024 inc 2048 inc BIJ SEW-MOTOREN 4. Geef aan of de motor een rem heeft. C17*REM ZONDER 5. Stel de stijfheid van het regeltraject in. C18* Als de aandrijving dreigt te oscilleren →...
  • Pagina 68 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen 9. Start de berekening van de inbedrijfstellingsgegevens C06*BEREKENING met "JA". Deze procedure duurt enige seconden. 10. De berekening wordt doorgevoerd. Vervolgens gaat u C06*OPSLAAN automatisch naar de volgende menuoptie. 11. Stel "OPSLAAN" in op "JA". De gegevens (motorpara- INBEDRIJFSTEL- meters) worden naar het permanente geheugen van LING...
  • Pagina 69 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen WAARSCHUWING Onjuiste parameterinstellingen door ongeschikte datasets. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. • Stel bij niet-SEW-motoren de juiste reminvaltijd (P732/P735) in. • Neem voor het starten van de motor de aanwijzingen in het hoofdstuk "Motor starten" in acht (→ pagina 102). •...
  • Pagina 70 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen 4. Voer het traagheidsmoment van de motor in. D00* J0 VAN DE MOTOR 4.600 5. Stel de stijfheid van het regeltraject in. C18* Als de aandrijving dreigt te oscilleren → instelling < 1 STIJFHEID De uitregeltijd is te lang → instelling > 1 1.000 Aanbevolen instelbereik: 0,90 – 1 – 1,10 6.
  • Pagina 71 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen 14. Bevestig de selectie met de toets 0.00rpm . Het basisdisplay verschijnt. 0.000Amp REGELAARBLOK- KERING • Kopieer na het beëindigen van de inbedrijfstelling de parameterset van de ® MOVIDRIVE naar het programmeerapparaat DBG60B. U kunt dit op een van de volgende manieren doen: –...
  • Pagina 72 Inbedrijfstelling Bedieningstoestellen Handmatige modus Met de functie handmatige modus kan de regelaar via het bedieningstoestel DBG60B (contextmenu → handmatige modus) worden aangestuurd. Tijdens het handbedrijf geeft het 7-segments display van het apparaat een "H" aan. De digitale ingangen, met uitzondering van X13:1 (DIØØ "/Regelaarblokk."), zijn dan voor de duur van de handmatige modus inactief.
  • Pagina 73: Engineeringssoftware Movitools Motionstudio

    Inbedrijfstelling Engineeringssoftware MOVITOOLS MotionStudio Engineerin gssoftware MOVITOOL S M otionStud ® Engineeringssoftware MOVITOOLS MotionStudio ® Start MOVITOOLS MotionStudio via het startmenu van Windows: Programme / SEW / MOVITOOLS MotionStudio / MotionStudio ® Als u op de knop [Scan] klikt, ziet u in MOVITOOLS MotionStudio een overzicht van alle aangesloten apparaten in een boomstructuur.
  • Pagina 74: Korte Beschrijving Van Belangrijke Inbedrijfstellingsstappen

    Inbedrijfstelling Korte beschrijving van belangrijke inbedrijfstellingsstappen Korte beschrijving van belangrijke inbedrijfstellingsstappen ® De frequentieregelaar MOVITRAC   B kan rechtstreeks op een motor met hetzelfde vermogen worden aangesloten. Bijvoorbeeld: een motor met een vermogen van 1,5 kW kan rechtstreeks op een MC07B0015 worden aangesloten. 6.5.1 Procedure ®...
  • Pagina 75 Inbedrijfstelling Korte beschrijving van belangrijke inbedrijfstellingsstappen 6. Sluit de frequentieregelaar aan op de netspanning (X1). 3 x 400/500 V / PE 1 x 230 V / N / PE 3-fasig 1-fasig X1 L1 L2 L3 PE X1 L Omschakeling I-signaal U-signaal* Referentiepotentiaal analoge signalen Foutreset*...
  • Pagina 76: Aanpassen Van De Pwm-Frequentie (P86X)

    Inbedrijfstelling Korte beschrijving van belangrijke inbedrijfstellingsstappen 6.5.3 Herstellen van de fabrieksinstellingen (P802) Met P802 Fabrieksinstelling kan de in de EPROM opgeslagen fabrieksinstelling voor bijna alle parameters teruggezet worden. 6.5.4 Aanpassen van de PWM-frequentie (P86x) Met P860/P861 kan de nominale modulatiefrequentie op de regelaaruitgang worden ingesteld.
  • Pagina 77: Keuze Van De Bedrijfssoort (4-Kwadrantbedrijf P82X)

    Inbedrijfstelling Korte beschrijving van belangrijke inbedrijfstellingsstappen Vangfunctie Met de vangfunctie kan de regelaar aan een draaiende motor worden bijgeschakeld. Vooral bij aandrijvingen die niet actief geremd zijn, lang uitlopen of door het stromen- de medium meebewogen worden, zoals bijv. pompen en ventilatoren. De maximale vangtijd bedraagt ca.
  • Pagina 78: Beveiligingsfuncties

    Inbedrijfstelling Korte beschrijving van belangrijke inbedrijfstellingsstappen 6.5.10 Beveiligingsfuncties Parametrering van de stroomgrenzen (P303) De interne stroombegrenzing heeft betrekking op de schijnstroom, dus op de uit- gangsstroom van de regelaar. In het veldverzwakkingsgebied verlaagt de regelaar au- tomatisch intern de stroombegrenzing. Daarmee realiseert de regelaar een kipbeveili- ging voor de motor.
  • Pagina 79: Activeren Van De Technologiefuncties

    Inbedrijfstelling Starten van de motor in handbedrijf 6.5.12 Activeren van de energiebesparende functie (P770) De energiebesparende functie kan worden geactiveerd voor de bedrijfssoorten VFC / VFC & VANGEN / V/f-KARAKTERISTIEK. De vermogensopname van de motor kan bij nullast met max. 70% worden verlaagd. Energiebesparing is mogelijk bij het gebruik van pompen, ventilatoren, transportban- den enz.
  • Pagina 80: Analoge Setpointinstelling

    Inbedrijfstelling Starten van de motor in handbedrijf 6.6.1 Analoge setpointinstelling De volgende tabel laat zien welke signalen bij de setpointinstelling "Unipolair/vast set- point" (P100) op de klemmen X11:2 (AI1) en X12:1 - X12:4 (DIØØ - DIØ3) moeten staan om de aandrijving met een analoge setpointinstelling aan te sturen. De klembe- zetting dient hier als voorbeeld en kan indien gewenst via de parameters P601 –...
  • Pagina 81 Inbedrijfstelling Starten van de motor in handbedrijf Het volgende bewegingsdiagram laat bijvoorbeeld zien hoe de motor gestart wordt met de signalen op de klemmen X12:1 - X12:4 en met analoge setpoints. De digitale uitgang X10:2 (DOØ2 "/Rem") wordt gebruikt voor het schakelen van rembeveiliging K12.
  • Pagina 82: Vaste Setpoints

    Inbedrijfstelling Starten van de motor in handbedrijf 6.6.2 Vaste setpoints De volgende tabel laat zien welke signalen bij de setpointinstelling "Unipolair/vast set- point" (P100) op de klemmen X12:1 - X12:6 (DIØØ - DIØ5) moeten staan om de aan- drijving met de vaste setpoints aan te sturen. De klembezetting dient hier als voor- beeld en kan indien gewenst via de parameters P601 –...
  • Pagina 83: Pi-Regelaar (P25X)

    Inbedrijfstelling PI-regelaar (P25x) Het volgende bewegingsdiagram laat bijvoorbeeld zien hoe de aandrijving gestart wordt met de signalen op de klemmen X12:1 - X12:6 en met de interne vaste set- points. De digitale uitgang X10:2 (DOØ2 "/Rem") wordt gebruikt voor het schakelen van rembeveiliging K12.
  • Pagina 84: Master-Slave-Bedrijf (P750)

    Inbedrijfstelling Master-slave-bedrijf (P750) Master-slave-bedrijf (P750) Met de master/slave-functie kunnen functies, zoals de toerentalgelijkloop, automatisch worden uitgevoerd. Als communicatieverbinding kan de RS485-interface of de sys- teembusinterface worden gebruikt. Op de slave moet dan P100 Setpointbron = Master-SBus of P100 Setpointbron = Master-RS485 worden ingesteld.
  • Pagina 85: Communicatie- En Apparaatprofiel

    Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Na de inbedrijfstelling kan P560 alleen worden geactiveerd als daarvoor een voor het Ex-e-bedrijf toegelaten motor in bedrijf gesteld is. Na de inbedrijfstelling van de motor is stroombegrenzing I actief. De stroombegren- zing I beschrijft de continu toegelaten stroom (gearceerd bereik). ®...
  • Pagina 86 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel 6.11.1 Procesdata Met het begrip procesdata (PD) worden alle tijdkritische (real-time) data van een pro- ces bedoeld die snel verwerkt of doorgestuurd moeten worden. Zij worden geken- merkt door een hoge dynamiek en actualiteit. Procesdata zijn bijvoorbeeld de setpoints en actuele waarden van de frequentierege- laar, maar ook periferietoestanden van eindschakelaars.
  • Pagina 87: Procesdataconfiguratie

    Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel VOORZICHTIG Om veiligheidstechnische redenen moet de frequentieregelaar voor de besturing via de procesdata bovendien altijd vrijgegeven worden op de klemmen. Daarom moe- ten de klemmen zo aangesloten of geprogrammeerd worden dat de regelaar vrijge- geven wordt via de digitale ingangen. De volgende afbeelding laat een voorbeeld zien van de bedrading en parametrering van de klemmen om de frequentieregelaar uitsluitend via de procesdata aan te sturen.
  • Pagina 88: Procesdatabeschrijving

    Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel De procesdataconfiguraties kunnen, afhankelijk van de gebruikte veldbusinterface, volgens onderstaande tabel in werking treden. P090 PD-configuratie 1 procesdatawoord + parameterkanaal 1PD+PARAM 1 procesdatawoord 2 procesdatawoorden + parameterkanaal 2PD+PARAM 2 procesdatawoorden ..10 procesdatawoorden + parameterkanaal 10PD+PARAM 10 procesdatawoorden 10PD...
  • Pagina 89 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel worden de ontvangen procesuitgangsdata verwerkt op basis van de nieuwe beschrij- ving van actuele waarde en setpoint. plus® De procesdatawoorden 4 tot 10 kunnen alleen via IPOS gelezen en geschreven worden. Setpointbeschrijving van de PO-data De parameters Setpointbeschrijving POx definiëren de inhoud van de procesuitgangs- datawoorden die het overkoepelende automatiseringsapparaat via het veldbussys- teem verstuurt (zie volgende afbeelding).
  • Pagina 90 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Bezetting Betekenis Schalering BESTURINGSWOORD 1/ Door de procesuitgangsdata met besturingswoord 1 of besturingswoord 2 te bezet- BESTURINGSWOORD 2 ten kunnen vrijwel alle aandrijffuncties via het veldbussysteem geactiveerd worden. De beschrijving van besturingswoord 1 en 2 vindt u in het hoofdstuk "Definitie van het besturingswoord".
  • Pagina 91 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel PO-/PI-dataverwerking De procesingangsdata van de regelaar (actuele waarden, informatie over de toestan- den enz.) kunnen via alle communicatie-interfaces van de regelaar gelezen worden en zijn dus niet aan de stuur- en setpointbron gekoppeld. Systeembus 1 RS485 PO 1 PO 1 PO 2...
  • Pagina 92 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Beschrijving actuele waarde van de PI-data De parameters Beschrijving actuele waarde PI1 - PI3 definiëren de inhoud van de pro- cesingangsdatawoorden die van de frequentieregelaar naar het overkoepelende auto- matiseringsapparaat overgedragen worden (zie volgende afbeelding). Elk procesdata- woord wordt met een eigen parameter gedefinieerd, zodat voor de beschrijving van de procesingangsdata drie parameters nodig zijn.
  • Pagina 93 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Bezetting Betekenis Schalering IPOS PI-DATA Met de instelling IPOS PI (IPOS Process Input Data) kan via de procesingangsdata Er kunnen 3 woorden plus® een individuele actuele waarde van het IPOS -programma naar de overkoepelen- met elk 16 bits individu- de besturing worden gestuurd.
  • Pagina 94 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel 6.11.4 Volgordebesturing Besturingswoorddefinitie Het besturingswoord is 16 bits breed. Aan elke bit is een functie van de frequentiere- gelaar toegewezen. De low-byte bestaat uit 8 functie-bits met een vaste definitie die altijd geldig zijn. De toewijzing van de meest significante besturingsbits varieert al naargelang de verschillende besturingswoorden.
  • Pagina 95 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Over het algemeen blijven de digitale ingangen ook bij de besturing van de frequentie- regelaar via de procesdata (P101 Stuurbron = RS485/VELDBUS/SBus) actief. Veilig- heidssrelevante functies, zoals regelaarblokkering en vrijgave, worden zowel door de klemmenstrook als door de veldbus gelijkwaardig verwerkt, d.w.z. dat de frequentiere- gelaar voor de besturing via de veldbus eerst op de klemmen vrijgegeven moet wor- den.
  • Pagina 96 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Besturingscommando "Regelaarblokkering" Met het besturingscommando Regelaarblokkering kunt u de vermogenseindtrappen van de frequentieregelaar blokkeren en op hoogohmig zetten. De frequentieregelaar activeert tegelijkertijd het invallen van de mechanische motorrem, zodat de aandrijving onmiddellijk tot stilstand komt door de mechanische rem. Motoren die geen mechani- sche rem hebben, lopen uit als dit besturingscommando gebruikt wordt.
  • Pagina 97 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Reset na fout In geval van een fout wordt met bit 6 van het stuurwoord een reset via het procesdata- kanaal uitgevoerd. Een reset kan alleen geactiveerd worden met een 0/1-flank in het stuurwoord. Besturingswoord 1 Naast de belangrijkste aandrijffuncties van het basisstuurblok in de significantere byte bevat stuurwoord 1 functie-bits voor interne setpointfuncties die in de frequentierege- ®...
  • Pagina 98 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Besturingswoord 2 Besturingswoord 2 bevat functie-bits voor de belangrijkste aandrijffuncties in het ba- sisstuurblok, in het significantere deel de virtuele ingangsklemmen. Hierbij gaat het om vrij programmeerbare ingangsklemmen die echter vanwege de ontbrekende hard- ware (optiekaarten) fysiek niet beschikbaar zijn. Deze ingangsklemmen worden zo op de virtuele ingangsklemmen van de veldbus afgebeeld.
  • Pagina 99 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Melding "Regelaar bedrijfsgereed" Bit 1 in het statuswoord meldt met de waarde Regelaar bedrijfsgereed = 1 dat de fre- quentieregelaar gereed is om op de besturingscommando's van een externe besturing te reageren. De frequentieregelaar is niet bedrijfsgereed als ®...
  • Pagina 100 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Statuswoord 1 Naast de toestandinformatie in het basisstatusblok bevat statuswoord 1 in de signifi- cantere statusbyte ofwel de apparaattoestand of het foutnummer. Afhankelijk van de storingsbit wordt bij storingsbit = 0 de apparaattoestand en in geval van een storing (storingsbit = 1) het foutnummer weergegeven.
  • Pagina 101: Bewakingsfuncties

    Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel VOORZICHTIG Als naast de veldbusinterface de optie FIO21B op de frequentieregelaar aangeslo- ten is, hebben de ingangen van de optie FIO21B voorrang. De virtuele ingangen worden in dat geval niet verwerkt! Foutnummer en apparaattoestand AANWIJZING In de parameterlijst voor de firmware van uw apparaten vindt u een actuele lijst met foutnummers en apparaattoestanden.
  • Pagina 102: Parametrering Van De Regelaar

    Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Time-outfoutmelding / time-outperiode / time-outreactie De frequentieregelaar genereert een time-out, indien binnen een ingesteld tijdsinterval (time-outperiode) geen nieuwe telegrammen via het bussysteem ontvangen worden. Met de instelbare time-outreactie worden de storingsvariant (fout/waarschuwing) en de foutreactie van de aandrijving gedefinieerd. Time-outfoutmelding ®...
  • Pagina 103 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Procedure van de parametrering ® De frequentieregelaar MOVITRAC   B wordt over het algemeen geparametreerd vol- gens het client-/servermodel, d.w.z. dat de frequentieregelaar de opgevraagde infor- matie alleen op aanvraag van het overkoepelende automatiseringsapparaat levert. ® MOVITRAC  ...
  • Pagina 104 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Databereik (byte 4 –7) De data bevinden zich in byte 4 tot byte 7 van het parameterkanaal. Hiermee kunnen per instructie maximaal 4 bytes aan data worden overgedragen. Principieel worden de data rechtsgebonden ingevoerd, d.w.z. byte 7 bevat de databyte met de laagste waar- de (data-LSB), byte 4 dienovereenkomstig de databyte met de hoogste waarde (data- MSB).
  • Pagina 105 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel – Als de statusbit "0" is, bevatten byte 4 tot 7 van het response-telegram de aan- gevraagde data. – Als de statusbit "1" is, wordt in het databereik (byte 4 tot 7) een foutcode terug- gemeld, zie paragraaf ""Onjuiste instructie-uitvoering"" (→ 2 107). Beschrijving van de parameterservices Via de bits 0 - 3 van de managementbyte worden de afzonderlijke parameterservices gedefinieerd.
  • Pagina 106 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel gereserveerd Grootte-index Omrekeningsindex Grootte-index: De grootte-index dient voor de codering van fysieke grootheden. Met deze index wordt aan een communicatiepartner informatie verstrekt die aangeeft om welke fysieke grootheid het bij de bijbehorende parameter gaat. De codering verloopt volgens het sensor-/actor-protocol van de PROFIBUS-gebruikersorganisatie (PNO).
  • Pagina 107 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Onjuiste uitvoering van instructie Als de ontvangen handshakebit gelijk is aan de verzonden handshakebit, is de instruc- tie door de regelaar uitgevoerd. Byte 0 Byte 1 Byte 2 Byte 3 Byte 4 Byte 5 Byte 6 Byte 7 Manage- Subindex...
  • Pagina 108 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Additional Code De additional code bevat de SEW-specifieke retourcodes voor de onjuiste parametre- ring van de frequentieregelaars. Zij worden onder Error class 8 = andere fout naar de master teruggestuurd. De onderstaande tabel laat alle mogelijke coderingen voor de Additional Code zien.
  • Pagina 109 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel ® MOVILINK Additional Code Error class High Beschrijving 0x00 No Error 0x10 Illegal Index 0x11 Not yet implemented 0x12 Read only 0x13 Parameter Blocking 0x14 Setup runs 0x15 Value too large 0x16 Value too small 0x17 Required Hardware does not exist 0x18 Internal Error...
  • Pagina 110 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Voorbeeld: lezen van een parameter (READ) Een parameter wordt via de communicatie-interface gelezen met de lees-aanvraag (read request) automatiseringsapparaat frequentieregelaar ® MOVITRAC  B (zie volgende afbeelding). CLIENT SERVER 1. Leesaanvraag (bijv. leesintegrator t11 up CW = index 8470 Read Request Read Indication...
  • Pagina 111 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Aangezien het om een leesinstructie gaat, worden de verzonden databytes (byte 4 - 7) en de datalengte (in de managementbyte) genegeerd; zij hoeven daarom niet te wor- den ingesteld. De regelaar bewerkt nu de read-instructie en geeft met het gelijkzetten van de hands- hakebit de instructiebevestiging terug.
  • Pagina 112 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel Als de schrijfinstructie niet uitgevoerd kan worden in de frequentieregelaar (omdat er bijv. verkeerde parameterdata overgedragen werden), wordt dit in een negatief ant- woord (negative write response) teruggemeld aan het automatiseringsapparaat. Het automatiseringsapparaat krijgt zo een negatieve bevestiging (write error confirmation) met een gedetailleerde omschrijving van de fout.
  • Pagina 113 Inbedrijfstelling Communicatie- en apparaatprofiel De datalengte bedraagt voor alle parameters van de SEW-frequentieregelaars 4 by- tes. Met het voorbeeld van de WRITE-instructie moet aan de hand van de volgende af- beelding een parametreringsprocedure tussen besturing en regelaar via een cyclisch PDU-type gemaakt worden.
  • Pagina 114: Externe Setpointinstelling

    Inbedrijfstelling Externe setpointinstelling Parametrering in de toestand REGELAARBLOKKERING Enkele parameters kunnen alleen in aandrijftoestand REGELAARBLOKKERING ge- wijzigd (geschreven) worden. De regelaar geeft dit aan door middel van een negatieve bevestiging van de write-instructie. De parameterlijst laat zien voor welke parameters deze beperking geldt.
  • Pagina 115: Vrijgave Draairichting Met Rs485 Of Sbus

    Inbedrijfstelling Externe setpointinstelling – Vaste setpoints – Vaste setpoints met analoge ingang – Procesdatawoord van SBus of RS485 – Motorpotentiometer 6.12.3 Vrijgave draairichting met RS485 of SBus Unipolaire setpointbronnen: Unipolair/vast setpoint Motorpotentiometer/vast setpoint Vast setpoint + AI1 Vast setpoint * AI1 Ingang frequentiesetpoint/vast setpoint De draairichting wordt bepaald door de klemmen CW of CCW.
  • Pagina 116 Inbedrijfstelling Externe setpointinstelling Instellingen voor procesdatawoord Als het procesdatawoord PO2 niet wordt gewijzigd, kan de MBG11A ook worden ge- bruikt. Dan is de omrekening 1% = 32 min-1. Dit is het resultaat van de verhouding 4000 hex = 100% toerental. De desbetreffende waarde vindt u in de volgende tabel- len.
  • Pagina 117: Gebruik

    Gebruik IT-beveiliging Gebruik IT-beveiliging 7.1.1 Hardingsmaatregelen Voer de volgende hardingsmaatregelen uit: • Controleer regelmatig of uw product-updates beschikbaar zijn. • Meld incidenten over de IT-beveiliging via e-mail bij cert@sew‑eurodrive.com. • Controleer regelmatig welke Security Advisories in de online support van SEW‑EURODRIVE beschikbaar zijn.
  • Pagina 118: Dataopslag Met Dbg60B

    Gebruik Dataopslag Dataopslag met FBG11B Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Laden starten Selectie dataopslag Parameterdata van FBG11B à MOVITRAC B: Weergave d.d. ® Opslaan starten Parameterdata van ® à MOVITRAC B FBG11B: Weergave U.U. 48775988235 ® Na het kopiëren van data is de MOVITRAC  ...
  • Pagina 119: Dataopslag Met Ubp11A

    Gebruik Dataopslag 7.2.3 Dataopslag met UBP11A ® Kopieer de parameterset van de MOVITRAC  B naar de parametermodule UBP11A. Druk hiervoor de toets onderaan de module in, die alleen met een scherp voorwerp in- gedrukt kan worden. 45475491595 Als u de data weer naar de regelaar wilt sturen, drukt u op <pijltje-omhoog-toets> op de parametermodule UBP11A.
  • Pagina 120: Statusindicaties

    Gebruik Statusindicaties u kunt ook de regelaar door hem uit en weer in te schakelen of door het indrukken van de <RUN>-toets op de FBG11B weer vrijgeven. 421623307 Statusindicaties 7.3.1 Basisapparaat/programmeerapparaat FBG11B De statusindicaties op het apparaat zijn als volgt: Toestand Weergave (optioneel met be- Knippercode status-led in het basisap-...
  • Pagina 121: Status Van Digitale Ingangen/Digitale Uitgangen

    Gebruik Returncodes (r-19 – r-38) – De indicatie U = "Veilige stop" is niet op de veiligheid gericht en mag niet wor- den gebruikt als veiligheidsinrichting. Oorzaken van de regelaarblokkering (OFF) De mogelijke oorzaken van de regelaarblokkering (OFF) zijn: • Binaire ingangsklemmen op regelaarblokkering geprogrammeerd en actief.
  • Pagina 122: Programmeerapparaat Dbg60B

    Gebruik Programmeerapparaat DBG60B Aanduiding Betekenis Optiekaart ontbreekt Vereiste optiekaart voor deze functie ontbreekt Optiekaart ontbreekt Vereiste optiekaart voor deze functie ontbreekt Regelaarblokkering noodzakelijk Regelaarblokkering noodzakelijk Ongeldige waarde voor parameter • Ongeldige waarde voor parameter. • Ongeldige selectie van het FBG-handbedrijf, omdat pc- handbedrijf actief is.
  • Pagina 123 Gebruik Informatiemeldingen Nr. Tekst DBG60B/ Beschrijving MotionStudio • Er is geprobeerd een niet geïmplementeerde functie uit NIET GEIMPLEM. te voeren. • Er is een verkeerde communicatie-instructie geselec- teerd. • De handmatige modus is via een ongeldige interface (bijv. veldbus) geselecteerd. WRD ALLEEN Er is geprobeerd een alleen lezen-waarde te wijzigen.
  • Pagina 124: Functies Van Het Programmeerapparaat Dbg60B

    Gebruik Functies van het programmeerapparaat DBG60B Functies van het programmeerapparaat DBG60B 7.7.1 Toetsfuncties DBG60B [12] [11] [10] 9007201065350795 Toets Stop STOP Toets Pijl omhoog, een menuregel naar boven Toets Start Toets OK, invoer bevestigen Toets Contextmenu activeren Toets Pijl omlaag, een menuregel naar beneden Toets Decimale komma Toets...
  • Pagina 125 Gebruik Functies van het programmeerapparaat DBG60B • Plaats het programmeerapparaat na de kopieerbewerking op de andere regelaar. • Selecteer in het contextmenu de menuoptie "KOPIE NAAR MDX". Bevestig de se- lectie met de toets 7.7.3 parametermodus Ga op de volgende manier te werk om de parameters in de parametermodus in te stellen: 1.
  • Pagina 126 Gebruik Functies van het programmeerapparaat DBG60B 7. Selecteer met de toets \ 132 s of de toets de gewenste parameter. De knipperende cursor staat onder het 3 T11 OMHOOG getal van het parameternummer. LINKS 0,13 REGELAARBLOK- KERING 8. Activeer de instelmodus voor de geselecteerde para- \ 132 s meter door op de toets te drukken.
  • Pagina 127: Variabelenmodus

    Gebruik Functies van het programmeerapparaat DBG60B 7.7.4 Variabelenmodus In de variabelenmodus worden variabelen H... weergegeven. Zo gaat u naar de varia- belenmodus: • Open het contextmenu met de toets . Selecteer in het contextmenu de menuop- tie "VARIABELENMODUS" en bevestig de selectie met de toets .
  • Pagina 128: Foutenlijst (F00 - F113)

    Gebruik Foutenlijst (F00 – F113) • parameters uit het gebruikersmenu (→ gebruikersmenu) • H-variabele (→ variabelenmodus) • basisdisplay Ga als volgt te werk om een wake up-parameter op te slaan: • Selecteer eerst de gewenste parameter in de parametermodus. • Selecteer vervolgens in het contextmenu de menuregel "XXXX WAKE UP".
  • Pagina 129 Gebruik Foutenlijst (F00 – F113) Aanduiding Reactie Mogelijke oorzaak Maatregel Toerentalbewa- Directe uitschakeling Stroomregelaar werkt op ingestelde – king met vergrendeling grenswaarde vanwege: • Mechanische overbelasting • Belasting reduceren • Stroombegrenzing controleren • Deceleratie-integratoren verlengen • Ingestelde vertragingstijd P501 vergro- •...
  • Pagina 130 Gebruik Foutenlijst (F00 – F113) Aanduiding Reactie Mogelijke oorzaak Maatregel Bedrijfsmodus Ex- Directe uitschakeling • Verkeerde bedrijfsmodus geselecteerd Toegestane methoden: e-beveiliging met vergrendeling • V/f, VFC, VFC-hijswerk Niet-toegestane methoden: • Vangfunctie • Gelijkstroomremmen • Groepsbedrijf • Niet-toegestane parameterset • Alleen parameterset 1 gebruiken •...
  • Pagina 131 Gebruik Foutenlijst (F00 – F113) Aanduiding Reactie Mogelijke oorzaak Maatregel Uitgang open Directe uitschakeling Alleen in de bedrijfsmodus "VFC-hijs- met vergrendeling werk": • 2 of alle uitgangsfasen onderbroken • Verbinding tussen regelaar en motor controleren • nominaal motorvermogen in verhouding •...
  • Pagina 132: Service

    Service Apparaatinformatie Service Apparaatinformatie 8.1.1 Foutgeheugen De regelaar slaat de foutmelding op in het foutgeheugen P080. De regelaar slaat een nieuwe fout pas op als de foutmelding is bevestigd. Het lokale bedieningspaneel laat de laatst opgetreden fout zien. Daardoor zijn de in P080 opgeslagen waarde en de op het bedieningspaneel weergegeven waarde bij dubbele fouten verschillend.
  • Pagina 133: Elektronicaservice Van Sew-Eurodrive B.v

    Service Elektronicaservice van SEW-EURODRIVE B.V. Bij time-out RS485/SBus: Als de regelaar via een communicatie-interface (RS485 of SBus) wordt aangestuurd en de netvoeding uit- en weer ingeschakeld is, blijft de vrijgave inactief tot de regelaar via de met time-out bewaakte communicatie weer geldige data ontvangt. Als de com- municatie weer tot stand is gebracht, wordt de foutmelding zelf teruggezet.
  • Pagina 134: Langdurige Opslag

    Service Langdurige opslag • bijzondere omstandigheden • eigen vermoedens • Ongewone gebeurtenissen die eraan vooraf zijn gegaan Langdurige opslag Bij langdurige opslag dient het apparaat om de 2 jaar gedurende minimaal 5 minuten op de netspanning te worden aangesloten. Anders wordt de levensduur van het appa- raat korter.
  • Pagina 135: It-Beveiligingsrichtlijnen Voor Een Beveiligde Afvoer

    Service IT-beveiligingsrichtlijnen voor een beveiligde afvoer IT-beveiligingsrichtlijnen voor een beveiligde afvoer 8.5.1 Verwijder het product uit de beoogde omgeving Als de op het product opgeslagen gegevens als relevant voor de IT-beveiliging wor- den beoordeeld, verwijder ze dan volgens paragraaf "Veilig verwijderen van de in het product opgeslagen gegevens." (→ 2 135) 8.5.2 Verwijderen van referentie- en configuratiegegevens in de omgeving...
  • Pagina 136 Service IT-beveiligingsrichtlijnen voor een beveiligde afvoer 8.5.4 Verwijderen van de backup van klantgegevens Het product maakt geen lokale backups van klantgegevens. ® Technische handleiding – MOVITRAC...
  • Pagina 137: Trefwoordenregister

    Index Index Time-outtijd ........... 102 Bimetaalschakelaar TH........ 49 Aanraakbeveiliging .......... 24 Binaire ingangen .......... 31 Aansluiting remweerstand ........ 31 Binaire uitgangen .......... 31 Aansluiting;systeembus........ 45 Aanwijzingen Aanduiding in de documentatie ...... 5 Cold Plate ............ 28 Betekenis gevarensymbolen ...... 5 Communicatie-interface FSC11B ...... 51 Aanwijzingen voor de parametrering Fabrieksinstelling..........
  • Pagina 138 Index Installatie Remweerstanden.......... 33 FBG11B bedieningstoestel........ 55 Integrator Bediening ............ 57 Omhoog ............ 57 Functies............ 56 Omlaag ............ 57 Inbedrijfstelling .......... 59 Isolatiebewakingsrelais ........ 29 FBG-setpointinstelmodule ........ 57 IT-netwerken .......... 28, 29 FIO11B analoge module .......  51, 53 FIO21B digitale module ........ 53 Foutenlijst ............ 128 Kabelbeveiliging........... 49 Foutgeheugen ...........
  • Pagina 139 Index Opbouw van het apparaat ........ 11 Reset na fout ............ 97 Bouwgrootte 0XS / 0S / 0L ...... 14 Retourcodes ............ 121 Bouwgrootte 1 / 2S / 2........ 15 Retourcodes van de parametrering Bouwgrootte 3 .......... 16 Additional Code .......... 108 Bouwgrootte 4 / 5 ...........  17 Error Class............ 107 Opgeslagen gegevens verwijderen ....
  • Pagina 140 Index STOP/RESET (programmeerapparaat FBG11B)  56 Storing .............. 99 Vast setpoint ............ 57 Storingsemissie ...........  31 Vaste setpoints ............ 82 Stroomkabel ............ 30 Veilige scheiding ............ 9 Stuurbron Veiligheidsaanwijzingen RS-485; stuurbron:VELDBUS; stuurbron:SBus Generatorische werking........ 9 ...............  86 Montage............ 9 TERMINALS...........  86 Opstelling............ 9 Systeembus (SBus), installatie...... 41 Transport ............ 8 Veiligheidsfuncties .......... 8 Temperatuurvoeler TF.........
  • Pagina 144 SEW-EURODRIVE—Driving the world SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Str. 42 76646 BRUCHSAL GERMANY Tel. +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com www.sew-eurodrive.com...

Inhoudsopgave