Zuinig rijden
Rijd zuinig en milieubewuster door rustig en met
vooruitziende blik te rijden én door uw rijstijl en
snelheid af te stemmen op de situatie.
Let op het volgende:
Activeer voor een lager brandstofverbruik de
•
rijmodus Eco.
Gebruik het uitrolsysteem Eco Coast in de
•
rijmodus Eco – er wordt niet meer op de
motor afgeremd, waardoor de bewegings-
energie van de auto wordt gebruikt om de
11
auto langer te laten uitrollen
Rijd bij gebruik van de functie voor handma-
•
tig schakelen in de hoogst mogelijke versnel-
ling, afhankelijk van de verkeerssituatie en de
weggesteldheid – lagere toeren leveren een
lager brandstofverbruik op. Let op de scha-
12
kelindicator
.
Rijd met gelijkmatige snelheid en met voor-
•
uitziende blik om zo weinig mogelijk te hoe-
ven remmen.
Bij hoge snelheden neemt het brandstofver-
•
bruik toe – de luchtweerstand neemt toe
naarmate de snelheid stijgt.
Het momentane brandstofverbruik van de
•
boordcomputer kan u helpen om zuiniger te
rijden.
11
Geldt bij een automatische versnellingsbak.
Geldt voor bepaalde markten.
12
Laat de motor niet stationair warmdraaien,
•
maar rijd direct na het starten weg met nor-
male belasting – een koude motor verbruikt
meer brandstof dan een warme.
Gebruik de auto bij voorkeur niet voor korte
•
afstanden. De motor komt dan niet op de
normale bedrijfstemperatuur wat aanleiding
geeft tot een verhoogd brandstofverbruik.
Rem af op de motor, wanneer dat zonder
•
gevaar voor medeweggebruikers mogelijk is.
Houd de juiste bandenspanning aan en con-
•
troleer regelmatig of dat nog steeds zo is –
.
houd voor de beste resultaten de zoge-
noemde ECO -bandenspanning aan.
De bandenkeuze is mogelijk van invloed op
•
het brandstofverbruik – informeer bij uw dea-
ler naar passende banden.
Neem geen spullen in de auto mee die u niet
•
gebruikt – hoe groter de belading, hoe hoger
het verbruik.
Lading op het dak en het gebruik van een
•
dakbox resulteren in een grotere luchtweer-
stand waardoor het verbruik toeneemt – ver-
wijder lastdragers die u niet gebruikt.
Rijd niet met open zijruiten.
•
STARTEN EN RIJDEN
WAARSCHUWING
Zet de motor nooit af tijdens het rijden (zoals
op een aflopende helling), omdat daarbij
belangrijke systemen zoals de stuur- en rem-
bekrachtiging wegvallen.
Gerelateerde informatie
Drive-E - schoner rijplezier (p. 32)
•
Rijmodus ECO (p. 441)
•
Bandenspanning controleren (p. 556)
•
453