BESTUURDERSONDERSTEUNING
Inhaalassistent van adaptieve
cruisecontrol starten
Er gelden enkele voorwaarden voor het gebruik
van de inhaalassistent.
Voorwaarden voor gebruik van de
inhaalassistent
Om de inhaalassistent te kunnen activeren, is het
volgende vereist:
er is een voorligger (doelvoertuig) aanwezig
•
de actuele snelheid van uw auto is mini-
•
maal 70 km/h (43 mph)
de opgeslagen snelheid voor ACC is hoog
•
genoeg om veilig te kunnen inhalen.
Inhaalassistent starten
Om de inhaalassistent te starten:
Activeer de richtingaanwijzer.
–
Gebruik de linker richtingaanwijzer bij een
auto met het stuur links of de rechter bij een
auto met het stuur rechts.
> De inhaalassistent wordt gestart.
Gerelateerde informatie
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 294)
Inhaalassistent met adaptieve cruisecontrol
•
(p. 303)
48
Adaptive Cruise Control
Adaptive Cruise Control
49
304
Beperkingen van de inhaalassistent
bij adaptieve cruisecontrol
De inhaalassistent kent mogelijk beperkingen in
bepaalde situaties.
WAARSCHUWING
Let erop dat de inhaalassistent bij plotselinge
wijzigingen tijdens het gebruik ervan soms
ongewenste acceleraties kan verrichten.
Vermijd daarom de volgende situaties:
u nadert een afslag om af te slaan in de
•
richting die normaal voor inhaalmanoeu-
vres geldt
een voorligger mindert vaart voordat uw
•
auto de inhaalstrook heeft bereikt
het verkeer op de inhaalstrook mindert
•
vaart
een auto bestemd voor rechtsrijdend ver-
•
keer rijdt in een land met linksrijdend ver-
keer (of andersom).
Dergelijke situaties zijn te vermijden door ACC
tijdelijk stand-by te zetten.
Gerelateerde informatie
Adaptieve cruisecontrol* (p. 294)
•
Inhaalassistent met adaptieve cruisecontrol
•
(p. 303)
Van doelvoertuig veranderen bij
adaptieve cruisecontrol
De adaptieve cruisecontrol (ACC
auto's met een automatische versnellingsbak op
bepaalde snelheden van doelvoertuig verande-
ren.
Van doelvoertuig veranderen
Als het actuele doelvoertuig plotseling afslaat, kan het
gebeuren dat een stilstaande voorligger het nieuwe
doelvoertuig wordt.
Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rijdende
voorligger volgt bij snelheden onder 30 km/h,
(20 mph) van doelvoertuig verandert en een stil-
48
staand voertuig volgt, zal de adaptieve cruisecon-
trol voor het stilstaande voertuig remmen.
49
) kan bij
* Optie/accessoire.