Verwarming*
Dankzij de verwarming komen motor en interieur
zowel vóór als tijdens het rijden sneller op tem-
peratuur.
De verwarming heeft twee deelfuncties:
Standverwarming – verwarmt zo nodig het
•
interieur bij geactiveerde preconditioning.
Extra verwarming – verwarmt zo nodig het
•
interieur en de motor tijdens het rijden.
De verwarming werkt op brandstof en is in de
motorruimte gemonteerd.
N.B.
Wanneer de verwarming actief is, kan er rook
vanuit een punt onder aan de voorkant van de
auto komen. Ook is er wellicht een dof geluid
hoorbaar. Achter in de auto is ook een tik-
kend geluid vanuit de brandstofpomp waar te
nemen. Dit is volkomen normaal.
Accu en opladen
De verwarming wordt aangedreven door de star-
taccu van de auto. Als de ladingsgraad van de
startaccu te laag is, wordt de verwarming auto-
matisch uitgeschakeld en geeft het bestuurders-
display een melding weer.
N.B.
Zorg ervoor dat het laadpercentage van de
accu hoog genoeg is als de verwarming moet
worden gebruikt.
Brandstof en tanken
Waarschuwingssticker op tankvulklep.
De verwarming maakt gebruik van brandstof uit
de normale brandstoftank van de auto.
Wanneer u de auto op een steile helling parkeert,
krijgt de verwarming mogelijk onvoldoende
brandstof.
Als het brandstofpeil in de tank te laag is, wordt
de verwarming automatisch uitgeschakeld en
geeft het bestuurdersdisplay een melding weer.
N.B.
Zorg dat er voldoende brandstof in de tank
van de auto zit voor het geval dat u de verwar-
ming nodig hebt.
WAARSCHUWING
Gemorste brandstof kan vlam vatten. Schakel
voordat u gaat tanken de verwarming op
brandstof uit.
Controleer op het informatiedisplay
of de verwarming is uitgeschakeld;
wanneer de standverwarming actief
is, brandt het bijbehorende symbool
op het informatiedisplay.
Gerelateerde informatie
Klimaatregeling (p. 190)
•
Standverwarming* (p. 224)
•
•
Extra verwarming* (p. 225)
KLIMAAT
223
* Optie/accessoire.