WAARSCHUWING
Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rij-
dende voorligger volgt bij snelheden boven
30 km/h (20 mph) en het doelvoertuig verruilt
voor een stilstaand voertuig, dan zal de adap-
tieve cruisecontrol het stilstaande voertuig
negeren en in plaats daarvan accelereren tot
de opgeslagen snelheid.
U dient dan zelf in te grijpen en te rem-
•
men.
Automatische stand-bystand bij wijziging van
doelvoertuig
De adaptieve cruisecontrol wordt uitgeschakeld
en stand-by gezet in de volgende gevallen:
u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en de
•
adaptieve cruisecontrol kan niet registreren
of het doelobject een stilstaand voertuig is of
een ander object, zoals een verkeersdrempel.
u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en de
•
voorligger slaat af, zodat de adaptieve cruise-
control geen voorligger meer heeft om te vol-
gen.
Gerelateerde informatie
Adaptieve cruisecontrol* (p. 294)
•
Adaptive Cruise Control
50
Automatische remfunctie van
adaptieve cruisecontrol
De adaptieve cruisecontrol (ACC
speciale remfunctie voor ritten bij langzaam rij-
dend verkeer en stilstand.
Remfunctie bij langzaam rijdend
verkeer en stilstand
Bij korte stops tijdens filerijden of voor verkeers-
lichten wordt de rit automatisch hervat bij een
stop korter dan zo'n 3 seconden – duurt het lan-
ger voordat een voorligger weer gaat rijden, dan
wordt de adaptieve cruisecontrol stand-by gezet
met de automatische remfunctie.
De adaptieve cruisecontrol kunt u op een van
–
de volgende manieren heractiveren:
Druk op de stuurknop
•
Trap het gaspedaal in.
•
> De adaptieve cruisecontrol hervat het vol-
gen van de voorligger als deze binnen
ongeveer 6 seconden vooruit begint te rij-
den.
N.B.
ACC kan de auto maximaal 10 minuten stil-
50
) heeft een
houden – daarna wordt de parkeerrem aan-
gezet, waarna de adaptieve cruisecontrol
wordt uitgeschakeld.
Om de Adaptieve cruisecontrole te kunnen
heractiveren moet u eerst de parkeerrem los-
sen.
Annulering van automatische remfunctie
In bepaalde situaties wordt de automatische rem-
functie bij stilstand geannuleerd en wordt de
adaptieve cruisecontrol stand-by gezet. Dat bete-
kent dat de remmen worden gelost en de auto
mogelijk gaat rollen – u moet daarom ingrijpen
en zelf remmen om de auto stil te houden.
.
Dat is mogelijk in de volgende situaties:
u bedient het rempedaal
•
u zet de parkeerrem aan
•
u zet de keuzehendel in de stand P, N of R
•
u zet de adaptieve cruisecontrol stand-by.
•
Automatische activering van
parkeerrem
In bepaalde situaties wordt de parkeerrem aan-
gezet om te zorgen dat de auto blijft stilstaan.
BESTUURDERSONDERSTEUNING
* Optie/accessoire.
}}
305