Download Print deze pagina

Volvo XC40 2018 Gebruikershandleiding pagina 452

Advertenties

STARTEN EN RIJDEN
Lagesnelheidsregeling*
De lagesnelheidsregeling Low Speed Control
(LSC) biedt ondersteuning bij ritten in het terrein
en op een gladde ondergrond en verbetert de
rijeigenschappen. U rijdt bijvoorbeeld met een
caravan over een grasveld of met een boottrailer
op een boothelling.
Bij een auto met een rijmodusknop* is deze
functie geïntegreerd in de rijmodus Off Road.
De regeling is aangepast voor terreinritten en
voor ritten op lage snelheden (tot zo'n 40 km/h
(25 mph)) met een aanhangwagen achter de
auto.
De lagesnelheidsregeling geeft voorrang aan
lage versnellingen en vierwielaandrijving wat wiel-
spin helpt voorkomen en een betere tractie ople-
vert. Op lage snelheden reageert de motor min-
der snel op het gaspedaal voor een betere rege-
ling van de tractie en snelheid.
De regeling wordt samen met Hill Descent
Control (HDC) geactiveerd om de snelheid op
steile, aflopende hellingen met het gaspedaal te
kunnen regelen, zodat u het rempedaal minder
vaak hoeft te gebruiken. De regeling maakt het
mogelijk om op steile en aflopende hellingen een
lage en gelijkmatige snelheid aan te houden.
450
N.B.
Wanneer het LSC met HDC geactiveerd is,
veranderen het gaspedaalgevoel en de
motorrespons.
N.B.
De rijstand is niet geschikt voor gebruik op de
openbare weg.
N.B.
De functie wordt uitgeschakeld bij ritten op
hogere snelheden en moet bij lagere snelhe-
den opnieuw ingeschakeld worden, als dat
wenselijk is.
Gerelateerde informatie
Lagesnelheidsregeling* activeren en deacti-
veren met functieknop (p. 450)
Rijmodus* wijzigen (p. 441)
Afdalingsremregeling* (p. 451)
Vierwielaandrijving* (p. 438)
Lagesnelheidsregeling* activeren en
deactiveren met functieknop
Er zit een functieknop voor de lagesnelheidsre-
Hill Descent Control
geling van
scherm van het middendisplay, als de auto niet
is voorzien van rijmodusknop op de middencon-
sole.
Lagesnelheidsregeling kiezen op het
functiescherm van het middendisplay
Tik op de knop
Hill Descent Control
het systeem te activeren of deactiveren.
> Een brandend lampje in de knop geeft
aan dat de functie geactiveerd is.
Bij uitschakeling van de motor wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld.
N.B.
De functie wordt uitgeschakeld bij ritten op
hogere snelheden en moet bij lagere snelhe-
den opnieuw ingeschakeld worden, als dat
wenselijk is.
op het functie-
om
* Optie/accessoire.

Advertenties

loading