N.B.
Het systeem maakt gebruik van de camera-
eenheid van de auto, die een aantal alge-
mene beperkingen heeft, zie hoofdstuk
'Beperkingen van de camera-eenheid'.
Gerelateerde informatie
•
Verkeersbordinformatie* (p. 365)
Beperkingen van de camera (p. 337)
•
99
Road Sign Information
100
Bij een auto met Sensus Navigation*.
Kaartgegevens met snelheidsinformatie zijn niet voor alle gebieden beschikbaar.
101
Driver Alert Control
Driver Alert Control (DAC) dient om u erop te
attenderen dat u de auto op ongecontroleerde
wijze bestuurt (omdat u bijvoorbeeld afgeleid
wordt of bijna in slaap valt).
DAC is bedoeld om langzame wijzigingen in het
rijgedrag te bespeuren, in eerste instantie op de
grotere wegen. De functie is niet bedoeld voor
gebruik in het stadsverkeer.
De functie wordt geactiveerd bij een snelheid
hoger dan 65 km/h (40 mph) en blijft actief
zolang de snelheid boven 60 km/h (37 mph) ligt.
DAC detecteert de positie van de auto in de rijbaan.
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Een camera tast de zijmarkeringen van de rijbaan
af en vergelijkt de wegrichting met uw stuurbe-
wegingen.
De auto wordt op ongecontroleerde wijze bestuurd.
Als het rijgedrag duidelijk
ongecontroleerd wordt, wordt u
gewaarschuwd met dit symbool
op het bestuurdersdisplay in
combinatie met een geluidssig-
naal en de melding
een pauze
.
Als de auto is uitgerust met Sensus Navigation*
en de functie
Begeleiding ruststop
verschijnt tevens een geschikte parkeerplaats
voor een pauze (zie het onderdeel "Begeleiding
Tijd voor
actief is,
}}
373
* Optie/accessoire.