BESTUURDERSONDERSTEUNING
||
Wijzig de opgeslagen snelheid door kort op
–
de stuurknoppen
(1) of
ken of door ze ingedrukt te houden.
Kort drukken: Iedere keer dat u de knop
•
indrukt past u de snelheid aan in stappen
van +/- 5 km/h (+/- 5 mph).
Knop indrukken en vasthouden: Laat de
•
knop los als de snelheidsindicator (4) de
gewenste snelheid aangeeft.
De laatst verrichte aanpassing met de knop
•
wordt in het geheugen opgeslagen.
Gerelateerde informatie
Snelheidsbegrenzer (p. 280)
•
14
Speed Limiter
Speed Limiter
15
282
Snelheidsbegrenzer deactiveren en
stand-by zetten
(3) te druk-
De snelheidsbegrenzer (SL
tiveren en stand-by te zetten.
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het
model zijn afwijkingen mogelijk.
Om de snelheidsbegrenzer te deactiveren en
stand-by te zetten:
Druk op de stuurknop
–
> De snelheidsbegrenzermarkeringen en -
symbolen op het bestuurdersdisplay ver-
kleuren van WIT in GRIJS. De snelheids-
begrenzer is daarmee tijdelijk gedeacti-
veerd, zodat u de ingestelde maximum-
snelheid kunt overschrijden.
Tijdelijk deactiveren met het gaspedaal
De ingestelde maximumsnelheid is tijdelijk te
deactiveren en te overschrijden met het gaspe-
15
) is tijdelijk te deac-
daal zonder dat de snelheidsbegrenzer daarvoor
eerst stand-by moet worden gezet – om bijvoor-
beeld snel te kunnen optrekken.
Doe in dat geval het volgende:
1. Trap het gaspedaal helemaal in en laat het
pedaal weer los bij het bereiken van de
gewenste snelheid om de acceleratie te
beëindigen.
> De snelheidsbegrenzer is in dat geval nog
2. Haal uw voet van het gaspedaal, wanneer de
tijdelijke acceleratie voltooid is.
> De auto wordt vervolgens automatisch
(2).
Gerelateerde informatie
Snelheidsbegrenzer (p. 280)
•
steeds geactiveerd, zodat het symbool op
het bestuurdersdisplay WIT van kleur is.
afgeremd op de motor tot een snelheid
onder de laatst opgeslagen maximum-
snelheid.