Niveau
Functies
I
Panoramadak, elektrisch bedien-
•
bare ruiten, 12V-aansluitingen in
passagiersruimte, Bluetooth,
navigatie, telefoon, interieurventi-
lator en voorruitwissers zijn te
gebruiken.
Elektrisch bedienbare stoelen
•
zijn te verstellen.
12V-aansluitingen* in de baga-
•
geruimte zijn te gebruiken.
Het infotainmentsysteem wordt
•
automatisch ingeschakeld, als dit
bij het verlaten van de auto aan-
stond.
In deze contactslotstand is het
stroomverbruik belastend voor de
accu.
Niveau
Functies
II
De koplampen worden ontsto-
•
ken.
Waarschuwings-/controlelamp-
•
jes branden 5 seconden lang.
Meerdere andere systemen wor-
•
den geactiveerd. De stoelverwar-
ming en achterruitverwarming
zijn echter pas te activeren na
het starten van de auto.
Deze contactslotstand vergt veel
stroom van de accu en moet
daarom worden vermeden!
A
Ook geactiveerd bij opening van het portier.
Gerelateerde informatie
Motor starten (p. 418)
•
Stuurwiel verstellen (p. 186)
•
Starthulp met andere accu (p. 469)
•
Contactslotstand kiezen (p. 421)
•
STARTEN EN RIJDEN
Contactslotstand kiezen
Het elektrische systeem van de auto is in ver-
schillende standen te zetten voor gebruik van
verschillende autosystemen.
Contactslotstand kiezen
Positie van de startknop.
Contactslotstand 0 - Vergrendel de auto en
•
bewaar de transpondersleutel binnen in de
auto.
N.B.
Om stand I of II te realiseren zonder dat de
motor wordt gestart moet u bij het selecteren
van deze contactslotstanden het rempedaal
of bij een auto met een handbak het koppe-
lingspedaal niet bedienen.
}}
421
* Optie/accessoire.