WAARSCHUWING
De cruisecontrol is een systeem voor
•
aanvullende bestuurdersondersteuning
om de bestuurder te ontlasten, maar het
systeem werkt niet in alle verkeers-,
weers- en wegomstandigheden.
U wordt geadviseerd om alle paragrafen
•
over het systeem in de gebruikershandlei-
ding door te nemen en bijvoorbeeld te
lezen over de beperkingen die u moet
kennen voordat u het systeem gebruikt
(zie de lijst met links aan het einde van dit
artikel).
De cruisecontrol ontslaat u niet van de
•
plicht om alert en adequaat te reageren,
zodat u de auto altijd op een veilige
manier moet blijven besturen, met inacht-
neming van een passende snelheid en
geschikte afstand tot andere weggebrui-
kers en met respect voor de geldende
verkeersregels en -bepalingen.
Gerelateerde informatie
Cruisecontrol activeren en starten (p. 289)
•
Snelheidsfuncties voor cruisecontrol (p. 290)
•
Snelheidsbegrenzer deactiveren en stand-by
•
zetten (p. 291)
Cruisecontrol heractiveren vanuit de stand-
•
bystand (p. 292)
Cruisecontrol uitschakelen (p. 293)
•
Wisselen tussen cruisecontrol en adaptieve
•
cruisecontrol (p. 307)
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Cruisecontrol activeren en starten
Om de snelheid te kunnen regelen moet u eerst
31
de cruisecontrol (CC
) kiezen en activeren.
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het
model zijn afwijkingen mogelijk.
Cruisecontrol stand-by zetten
Om de cruisecontrol stand-by te zetten:
Druk op ◀ (1) of ▶ (3) om naar het
–
symbool/de functie
> Het desbetreffende symbool verschijnt,
waarna u de cruisecontrol kunt activeren.
Cruisecontrol activeren/starten
Voor het starten van de cruisecontrol vanuit de
stand-bystand moet de actuele snelheid 30 km/h
(20 mph) of hoger zijn. De laagst mogelijke snel-
heid die u kunt opslaan is 30 km/h (20 mph).
(4) te gaan.
}}
289