Druk op de knop
aan de onderzijde van
–
de achterklep om deze te sluiten.
> De achterklep sluit automatisch – de ach-
terklep wordt niet vergrendeld.
N.B.
De knop is 24 uur actief nadat de klep is
•
opengelaten. Daarna moet u de klep hand-
matig sluiten.
Als de tankvulklep meer dan 30 minuten
•
open heeft gestaan, zal deze langzamer
worden gesloten.
15
Een auto die is uitgerust met passieve vergrendeling en ontgrendeling (Passive Entry*) heeft een knop voor sluiten plus een knop voor sluiten en vergrendelen.
Druk lang op de knop
op de transpon-
–
dersleutel.
> De achterklep sluit automatisch en er
klinkt een signaal – de achterklep blijft
onvergrendeld staan.
Druk lang op de knop
op het dashboard.
–
> De achterklep sluit automatisch en er
klinkt een signaal – de achterklep blijft
onvergrendeld staan.
Schopbeweging* onder de achterbumper.
–
> De achterklep sluit automatisch en er
klinkt een signaal – de achterklep blijft
onvergrendeld staan.
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
15
Sluiten en vergrendelen
Druk op de knop
op de onderkant van
–
de achterklep om de achterklep te sluiten en
tegelijkertijd zowel de portieren als de ach-
terklep te vergrendelen (voor vergrendelen
moeten alle portieren zijn gesloten).
> De achterklep sluit automatisch – de ach-
terklep en de portieren vergrendelen
automatisch en het alarm* wordt inge-
schakeld.
N.B.
Vergrendeling en ontgrendeling zijn alleen
•
mogelijk wanneer een van de transpon-
dersleutels van de auto zich binnen bereik
bevindt.
•
Bij passief* vergrendelen of sluiten klinken
er drie signalen, als de sleutel niet dicht
genoeg bij de achterklep wordt waargeno-
men.
}}
261
* Optie/accessoire.