BESTUURDERSONDERSTEUNING
Beperkingen van de stuurhulp bij
dreigende tegenliggerbotsing
Het systeem kent mogelijk beperkingen in de
volgende situaties, zodat bijv. niet wordt ingegre-
pen in de volgende gevallen:
bij kleinere voertuigen zoals motorfietsen
•
op wegen waar duidelijk zichtbare rijbaan-
•
markeringen ontbreken
als uw eigen auto voor het merendeel in de
•
aangrenzende rijbaan is belandt
buiten het snelheidsbereik 60–140 km/h
•
(37–87 mph)
als de stuurbekrachtiging met een beperkt
•
vermogen werkt – zoals bij koeling op grond
van oververhitting (zie het artikel "Snelheids-
afhankelijke stuurkracht").
Voorbeelden van andere lastige omstandigheden:
wegwerkzaamheden
•
winterse wegomstandigheden
•
smalle wegen
•
slecht wegdek
•
zeer sportief rijgedrag
•
slecht weer met beperkt zicht.
•
In deze veeleisende situaties kan het systeem u
moeilijk op de juiste manier helpen – het wordt
dan geadviseerd om het systeem uit te schake-
len.
388
N.B.
De functie maakt gebruik van de gecombi-
neerde camera-eenheid en radarsensor die
enkele algemene beperkingen heeft – zie de
paragrafen "Beperkingen van de camera-een-
heid" en "Beperkingen van de radarsensor".
Gerelateerde informatie
Stuurhulp bij botsgevaar (p. 383)
•
Stuurhulp bij dreigende tegenliggerbotsing
•
(p. 386)
Snelheidsafhankelijke stuurkracht (p. 274)
•
Beperkingen van de camera (p. 337)
•
Beperkingen van de radarsensor (p. 327)
•