BESTUURDERSONDERSTEUNING
Adaptieve cruisecontrol*
De adaptieve cruisecontrol (ACC
een gelijkmatige snelheid en een bepaald tijds-
verschil ten opzichte van de voorligger aan te
houden.
De adaptieve cruisecontrol biedt u een comforta-
beler rijervaring tijdens lange ritten op snelwegen
en lange, rechte hoofdwegen met een gelijkma-
tige doorstroom.
De gecombineerde camera en radarsensor meet de
38
afstand tot voorliggers
.
U kiest de gewenste snelheid en het aan te hou-
den tijdsverschil ten opzichte van voorliggers. Als
de gecombineerde camera en radarsensor een
voorligger registreert die langzamer rijdt dan u,
wordt het tijdsverschil automatisch aangepast.
37
Adaptive Cruise Control
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
38
294
Wanneer de weg voor u weer vrij is, hervat de
auto de ingestelde snelheid.
37
) helpt u om
WAARSCHUWING
De adaptieve cruisecontrol is een sys-
•
teem voor aanvullende bestuurdersonder-
steuning om de bestuurder te ontlasten
en de rijveiligheid te verhogen, maar het
systeem werkt niet in alle verkeers-,
weers- en wegomstandigheden.
U wordt geadviseerd om alle paragrafen
•
over het systeem in de gebruikershandlei-
ding door te nemen en bijvoorbeeld te
lezen over de beperkingen die u moet
kennen voordat u het systeem gebruikt
(zie de lijst met links aan het einde van dit
artikel).
De adaptieve cruisecontrol ontslaat u niet
•
van de plicht om alert en adequaat te rea-
geren, zodat u de auto altijd op een vei-
lige manier moet blijven besturen, met
inachtneming van een passende snelheid
en geschikte afstand tot andere wegge-
bruikers en met respect voor de geldende
verkeersregels en -bepalingen.
N.B.
Afhankelijk van de markt kan dit een stan-
daardfunctie of een optie zijn.
De adaptieve cruisecontrol regelt de snelheid
door de stand van de gasklep aan te passen en
zo nodig af te remmen. Het is normaal dat de
remmen zwakke geluiden produceren, wanneer
ze worden gebruikt bij het aanpassen van de
snelheid.
De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar de snel-
heid zo weinig mogelijk aan te passen. In situ-
aties waarin krachtig moet worden geremd moet
u dan ook zelf te remmen. Dit is bijvoorbeeld het
geval bij grote snelheidsverschillen of als de
voorligger krachtig remt. Door beperkingen van
de radarsensor is het mogelijk dat er onverwacht
of helemaal niet wordt geremd.
De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar het
door u ingestelde tijdsverschil ten opzichte van
voorliggers in dezelfde rijstrook aan te houden.
Als de radarsensor geen voorligger registreert,
houdt de auto in plaats daarvan de snelheid aan
die op de cruisecontrol werd ingesteld. Dit
gebeurt ook als de snelheid van de voorligger
toeneemt en de ingestelde snelheid overschrijdt.
* Optie/accessoire.