STARTEN EN RIJDEN
Schakelstanden van een
automatische versnellingsbak
Bij een auto met een automatische versnellings-
bak kiest het systeem automatisch de optimale
versnelling. De versnellingsbak heeft ook een
handmatige schakelstand.
Op het bestuurdersdisplay staat welke schakel-
stand er gekozen is:
P
R
N
D
M
,
,
,
of
.
In de stand voor handmatig schakelen verschijnt
ook de ingeschakelde versnelling.
Schakelen
De keuzehendel is van het type Shift-by-wire,
zodat er elektronisch wordt geschakeld in plaats
van mechanisch. Dit betekent eenvoudiger scha-
kelen met meer uitgesproken schakelstanden.
434
Verander van schakelstand door de veerbelaste
keuzehendel voor- of achteruit te duwen of, bij
handmatig schakelen, opzij.
Schakelstanden
Parkeerstand – P
De parkeerstand wordt geactiveerd met de P-
knop bij de keuzehendel.
Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat
of als de motor moet worden gestart. De auto
moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest.
Om vanuit de parkeerstand een andere schakel-
stand te kunnen kiezen, moet u in contactslot-
stand II het rempedaal bedienen.
Zet bij het parkeren eerst de parkeerrem aan en
kies daarna de parkeerstand.
WAARSCHUWING
Gebruik bij het parkeren op een helling altijd
de parkeerrem. Stand P is bij een automaat
niet voldoende om de auto in alle situaties
staande te houden.
N.B.
De keuzehendel moet in de P-stand staan om
de auto te kunnen vergrendelen en op alarm
te zetten.
Hulpsystemen
Het systeem schakelt automatisch stand P in:
als u de auto afzet in stand D of R.
•
als u, terwijl de auto is ingeschakeld en de
•
keuzehendel in een stand anders dan P
staat, de veiligheidsgordel afdoet en het
bestuurdersportier opent.
Om een auto te parkeren wanneer u de veilig-
heidsgordel afgedaan en het bestuurdersportier
geopend hebt: haal de hendel uit stand P en zet
deze weer in stand R of D.
Als u de auto uitschakelt met de hendel in de
neutrale stand wordt niet automatisch overge-
schakeld op stand P. Dit om het mogelijk te
maken om de auto te wassen in een automati-
sche wasstraat waarbij de auto wordt voortge-
trokken.