74
7. Stalling en afvoer van de machine
7. Stalling en afvoer van de machine
7.1. Stalling
7.1.1. Stalling
Wanneer de machine gedurende meer dan 3 maanden niet wordt gebruikt:
1. Machine grondig reinigen (zie reiniging van de machine)
2. Machine doorsmeren (zie smeertabel)
3. Demonteren en verwijderen van de accu uit de machine
4. Volledig aftanken met brandstof
5. Indien de machine een wielstel heeft, de machine op blokken zetten om
schade aan de banden te voorkomen
Bij de stalling van de machine moeten ook de opmerkingen in de handleidingen van
de toebehoren (kraan, motor enz.) in acht worden genomen.
7.1.2. Weer in gebruik nemen van de machine
1. Accu laden en weer inbouwen
2. Machine van de bokken halen
3. Bandenspanning controleren
4. Remmen controleren
5. Motor- en hydrauliekolieniveau controleren
7.2. Afvoer
Aan het einde van de levensduur van de machine moeten alle delen vakkundig
afgevoerd worden. In het bijzonder geldt dit voor de volgende zaken:
Olie en smeermiddelen: vet, motorolie, hydrauliekolie, transmissieolie
Koelvloeistof
Accu
Banden
Geluidsisolatie
Hydrauliekslangen
V-riemen
Let op!
Bij ondeskundige afvoer is er risico op schade aan het milieu!
Bij de afvoer van de machine moeten ook de opmerkingen in de handleidingen van
de toebehoren (kraan, motor enz.) in acht worden genomen.