4. Werken met de houtversnipperaar
4.5.1.2
Motor uitzetten
1. Gashendel op het laagste toerental brengen.
2. Wachten tot het stationaire toerental is bereikt.
3. Sleutel naar links op "stand 0 (uit)" draaien en daarna verwijderen.
4.5.1.3
Motor met koppeling (optie)
Koppeling alleen bij het starten ontkoppelen. Na het starten van de motor inkoppelen
en bij stilstand ingekoppeld laten.
4.6
Starten van de machine
Veiligheidsbeugel in de "stop" stand zetten. Machine met een laag toerental
gedurende ca. 30 seconden laten draaien. Daarna langzaam het toerental naar
maximaal verhogen. Speciaal voor trekkers met automatische aftakas, zorg ervoor
dat de machine niet te snel is ingeschakeld, anders kan de onderdelen van de
aandrijving (PTO riemen) zijn te veel gebruikt.
Het functioneren van de veiligheidsbeugel vervolgens controleren in de verschillende
standen. Bij machines met sensorknoppen of andere elektrische schakelingen
eveneens controleren of deze goed functioneren. Functioneren alle instellingen en
worden de punten 4.2 en 4.5 in acht genomen, dan kan de veiligheidsbeugel weer in
de stand "invoer" worden gebracht waarna het werk met de machine kan beginnen.
4.7
Gedurende het werk
4.7.1
Invoeren van de machine
Tijdens het handmatig invoeren altijd voldoende afstand tot de bewegende delen van
de invoer houden. Nooit op de invoertrechter gaan staan of zitten.
Materiaal dusdanig invoeren dat het gevaar om door het materiaal gegrepen te
worden vermeden wordt.
Materiaal zodanig invoeren dat er vermeden wordt dat takken tegen de
veiligheidsbeugel komen waardoor de invoer in de stopstand geschakeld wordt.
Grote takken op de juiste manier zagen zodat blokkeren van de invoer wordt
voorkomen.
Belangrijk!
Wanneer bij machines zonder overbelastingsbeveiliging ("no-stress") het toerental
van het vliegwiel te laag wordt, dan moet de invoer gestopt worden totdat het
toerental weer het normale niveau bereikt heeft.
27