22
4. Werken met de houtversnipperaar
4.2
Opstellen van de houtversnipperaar
De volgende punten moeten hierbij in acht worden genomen:
1. De houtversnipperaar moet op een vlakke en vaste ondergrond opgesteld
worden. Bij machines met een wielstel dienen de eventueel aanwezige
steunpoten uit te draaien of uit te klappen. Bij machines in de
driepuntshefinrichting is dit te garanderen door de trekker op een veilige en
stabiele ondergrond te plaatsen.
2. Steunpoten uitdraaien en handrem aantrekken.
3. De machine mag alleen met gemonteerde uitwerppijp functioneren.
4. Uitwerppijp en verdeelplaat zodanig afstellen dat het bereik van het bedienend
personeel is afgewend en dat geen personen of andere objecten beschadigd
kunnen worden.
Let op: gevaar voor personen en materiële schade!
5. Het verblijf in de gevarenzone is verboden.
6. De bediener van de machine moet zorgdragen dat niemand zich in het
gevarenbereik bevindt.
7. Er moet gezorgd worden voor een actieradius (bewegingszone) voor het
bedienend personeel van minimaal 4 meter.
8. De bedieningsplek moet zodanig gekozen worden dat noch de
veiligheidsvoorzieningen noch de toegang hiertoe gehinderd worden.
9. De werkomgeving van de machine moet zo ingericht worden dat er geen
gevaar is voor het bedienend personeel (struikelen, uitglijden enz.)
10. De voorgeschreven afstand tussen bedieningsplaats en de onderzijde van de
invoertrechter moet in acht worden genomen.