32
5. Bedienings- en onderhoudsaanwijzingen
5.4.2. Nood- en veiligheidsknoppen (optie)
5.4.2.1.
Bij machines met rode noodknop wordt de invoer van de machine bij bediening
hiervan gestopt. Om de invoer weer in werking te stellen, moet de knop weer
uitgetrokken worden en moet daarna een extra gemonteerde resetschakelaar
bediend worden. Deze is geplaatst of in de buurt van het hydraulische stuurventiel
dat de invoer regelt of het contactslot/motorcontrole systeem.
Voorbeeld van rode noodknop
5.4.2.2.
Bij machines met veiligheidsknoppen als inschakeling van de invoer fungeren deze
als veiligheidsinrichting om te voorkomen dat de invoer onopzettelijk wordt
ingeschakeld. Is de invoer gestopt, dan moeten een van beide gele noodknoppen
ingedrukt worden waarna de invoerbesturing weer geactiveerd wordt.
Voorbeeld van een gele noodknop
5.5. Afstandsbediening (optie)
Bij machines met afstandsbediening kunnen verschillende functies van de machine
en eventueel kraan gestuurd worden. Een uitvoerige omschrijving van de besturing is
bijgevoegd in de bijlage.
5.6. Helmuitschakeling (optie)
Wordt de helmuitschakeling in werking gesteld (geactiveerd), dan stopt de invoer.
Om de invoer weer te activeren is het noodzakelijk de gele veiligheidsknop in te
drukken. Meer informatie is vermeld in de handleiding van de helmuitschakeling
Let op!
Voordat aanvang van de werkzaamheden de helmuitschakeling op functioneren
controleren. Handleiding van de helmuitschakeling lezen en in acht nemen.
Noodknop met stop functie
Gele veiligheidsknoppen als veiligheidsinschakeling