5. Bedienings- en onderhoudsaanwijzingen
Toerental instellen:
Nadat de motor gestart is, loopt deze in de stationair stand (schildpadsymbool is
zichtbaar. Door toets 1 (12) in te drukken gaat het motortoerental naar volgas
(symbool met haas is zichtbaar).
Let op: De motor schakelt pas naar volgas wanneer de noodzakelijke
werktemperatuur en warmlooptijd bereikt is.
In en uitschakelen van de ECO mode:
Door toets 2 (11) in te drukken kan de ECO mode (optie) in- en
uitgeschakeld worden.
Symbool met witte achtergrond = ECO mode aan
Symbool met zwarte achtergrond = ECO mode uit
Brandstofmeter:
De brandstofmeter toont het niveau van de brandstof in de tank of het niveau van
de Addblue aan. Door toets 3 (7) in the drukken kan er tussen de twee
verschillende weergaves gekozen worden.
Systeeminstelling:
Door gelijktijdig op de twee pijltoetsen te drukken (8, 13) wordt de
pincode gevraagd voor toegang in het menu voor de systeeminstelling.
Pincode 3003 intoetsen. Hierna verschijnt het instellingenmenu. Hierin wordt
informatie weergegeven over het dieselpartikelfilter en service status. Daarnaast kan
de taal worden ingesteld en de dagteller op 0 worden gezet.
Dieselpartikelfilter
Taalkeuze
Keuze Service Status
Keuze dagteller
Menu verlaten (Enter)
35