86
Instrumenten en bediening
Het lampje voor de storingsmelding gaat
branden, wanneer er een storing optreedt in
het brandstof- of ontstekingssysteem.
U kunt dan alleen nog voorzichtig en met
een beperkt motorvermogen rijden
(zie blz. 156).
De volgende melding verschijnt op het SID:
Reduced engine power.
Contact service. (Beperkt
motorvermogen. Bezoek een
werkplaats.)
N.B.
Laat de auto onmiddellijk nakijken om
ernstige gevolgschade te voorkomen.
U wordt geadviseerd daarvoor contact op
te nemen met een erkende Saab-
werkplaats.
Controlelampje, groot
licht
Het controlelampje voor het groot licht gaat
branden, wanneer het groot licht ontstoken
is (zie blz. 102).
Voorste mistlichten 3
Het controlelampje voor de voorste mistlich-
ten gaat branden, wanneer de mistlichten
voor ontstoken is (zie blz. 106).
Controlelampje,
mistachterlicht
Het controlelampje voor het mistachterlicht
licht op, wanneer het mistachterlicht brandt
(zie blz. 105).
Het mistachterlicht wordt automatisch uit-
geschakeld bij het afzetten van de motor.
Als u de motor vervolgens opnieuw start,
gaat het mistachterlicht pas weer branden
wanneer u de schakelaar voor het mistach-
terlicht nogmaals indrukt.
Waarschuwingslampje,
voetrem
Het waarschuwingslampje voor de voetrem
gaat branden, wanneer het peil in het rem-
vloeistofreservoir te laag is (zie blz. 218).
De volgende aanduiding verschijnt op het
SID:
Brake fluid level low.
Make a safe stop. (Peil rem-
vloeistof laag. Breng auto
veilig tot stilstand.)
WAARSCHUWING
• Rijd nooit met de auto als het boven-
staande controlelampje en tekstmel-
ding tegelijkertijd worden weergege-
ven. De kans bestaat dat de rem
wegvalt.
• Als het peil in het remvloeistofreser-
voir tot onder het MIN-streepje is
gezakt, moet u de auto door een ber-
gingsdienst laten wegslepen.
• Laat het remsysteem onmiddellijk
nakijken. U wordt geadviseerd daar-
voor contact op te nemen met een
erkende Saab-werkplaats.
Stop voor de zekerheid om het remvloei-
stofpeil in het reservoir te controleren
(zie blz. 218).