28
Veiligheid
Kinderen en veiligheid
WAARSCHUWING
• Zet kinderen altijd in de gordel vast.
• Een kinderzitje NOOIT op
een passagiersstoel met
AIRBAG aanbrengen.
• Gevaar voor ERNSTIG of
DODELIJK letsel.
WAARSCHUWING
• Laat kleine kinderen nooit zonder toe-
zicht in de auto achter; zelfs niet voor
korte tijd.
– Kleine kinderen en huisdieren raken al
snel door de warmte bevangen en
kunnen daaraan bezwijken.
– Kinderen kunnen de auto in beweging
brengen en zichzelf of anderen daarbij
verwonden.
• Neem tijdens het tanken de afstands-
bediening uit het contactslot.
• Laat kinderen niet op of onder de auto
kruipen.
• Controleer altijd of er zich geen kinde-
ren achter de auto ophouden, wan-
neer u achteruit een garage uitrijdt of
een oprit afrijdt.
• Laat de motor nooit stationair lopen in
een garage wegens het gevaar voor
koolmonoxidevergiftiging.
• Houd kinderen altijd in de gaten tij-
dens het schoonmaken van de auto.
Kleine kinderen al binnen enkele
minuten verdrinken in geringe hoe-
veelheden water.
WAARSCHUWING
Zorg dat kinderen niet ingesloten
raken in de bagageruimte
• Leer kinderen dat ze niet in of rond de
auto mogen spelen.
• Houd kinderen in de gaten bij het in-
en uitladen van de bagageruimte om
te voorkomen dat u ze per ongeluk
insluit.
• Sluit de auto altijd af en houd de
afstandsbediening buiten het bereik
van kinderen.
• Houd de blokkering van de beide rug-
gedeelten van de achterbank intact
om te voorkomen dat kinderen vanuit
de passagiersruimte de bagageruimte
in kunnen klimmen.