Bij het opkrikken van de auto moet u de krik
onder een van de vier steunpunten (voor of
achter) onder aan de drempelbalken
aanbrengen.
Als u gebruik maakt van een zogeheten
garagekrik, moet u de hefplaat onder de
gebruikelijke steunpunten voor een krik
aanbrengen (zie afbeelding op blz. 258).
Als uw auto is voorzien van een trekhaak,
kunt u de krik ook onder de trekhaak aan-
brengen.
N.B.
Plaats de krik alleen op de aangegeven
punten onder de carrosserie.
Pijl die positie steunpunt aangeeft
1 Trek de handrem aan en schakel de eer-
ste versnelling of de achteruitversnelling
in (stand P als u een automaatbak hebt).
2 Breng de krik iets omhoog, voordat u
deze onder de uitsparing onder de
drempelbalk plaatst. De pijlen op de
drempelbalk geven aan waar de steun-
punten zitten (zie afbeelding).
Controleer of de kop van de krik goed in
de uitsparing van de drempelbalk komt
te zitten en ga na of de voet van de krik
stevig op de grond staat. Zorg dat de krik
niet op sneeuw of ijs komt te staan.
Krik de auto zo ver op, dat de wielen net
van de grond komen.
Onderhoud van de auto
Steunpunten voor krik
3 Gesloten wieldoppen hoeven niet te
worden verwijderd.
Als dat toch moet, moet u de buitenkant
van de wieldop vastpakken en naar
buiten trekken.
Verwijder de plastic kappen en maak de
wielbouten een halve slag los.
257