228
Onderhoud van de auto
Groot licht, halogeen
Linkerzijde
1 Til de slang opzij die langs de lange kant van het accudeksel
loopt.
2 Draai de twee bevestigingen aan de voorkant van het deksel los
(kwartslag linksom) en verwijder het deksel.
3 Haal de vulbuis voor de sproeiervloeistof omhoog.
4 Verwijder de luchtbuis aan de voorkant van de accubak.
5 Til de relais- en zekeringhouder voor de accu op (bepaalde
varianten) (zie blz. 246).
Beide zijden
1 Verwijder de dop aan de achterzijde van het koplamphuis.
2 Draai de lamphouder iets linksom en trek de houder uit de
reflector.
3 Vervang de gloeilamp zonder daarbij het lampglas van de
nieuwe lamp aan te raken. Steek de lamphouder in de reflector
en draai de houder rechtsom in de geblokkeerde stand vast.
4 Breng de dop weer op de achterzijde van het koplamphuis aan.
Linkerzijde
5 Plaats de luchtbuis aan de voorkant van de accubak terug.
6 Plaats de vulbuis voor de sproeiervloeistof terug.
7 Plaats het accudeksel en de slang terug.
N.B.
Gebruik geen gloeilampen met een nominaal vermogen hoger
dan 65 W. De koplampreflector en de bedrading van de auto zijn
namelijk niet afgestemd op het gebruik van lampen met een hoger
vermogen.