120
Instrumenten en bediening
ACC, Cabriolet
Als de kap wordt geopend, worden meer-
dere functies in het ACC-systeem beïn-
vloed.
Het volgende geldt:
• de gevoeligheid van de temperatuurknop
wordt gewijzigd
• de luchtverdeling en de ventilatorsnelheid
worden alleen handmatig afgesteld
• de recirculatie en achterruitverwarming
worden uitgeschakeld;
• de A/C-compressor wordt uitgeschakeld
(met een druk op de AC-knop is handma-
tige inschakeling mogelijk).
U kunt alle handmatige instellingen verrich-
ten met uitzondering van die voor de achter-
ruitverwarming en de ontwaseming.
Als u de kap weer sluit, zal het systeem
automatisch de AUTO-stand innemen en
uitgaan van de ingestelde temperatuur.
Opmerking! Wanneer u bij warm weer en
een hoge luchtvochtigheidsgraad de kap of
alle ruiten hebt geopend, kan een ingescha-
kelde airconditioning voor condens op
koude oppervlakken zoals de luchtkanalen
zorgen.
Settings (Instellingen)
U kunt een aantal van de functies van de
ACC naar wens afstemmen.
1 Kies Settings (Instellingen) met de
stuurknoppen,
of
.
2 Houd de knop SET ingedrukt totdat er
een geluidssignaal klinkt.
3 Kies voor Climate System (Klimaatre-
geling) .
4 Druk de SET-knop in.
5 Kies voor Rear Defroster (Ontwase-
ming achter) , Heated Seats (Stoelver-
warming) , Fan Settings
(Ventilatorinstellingen) , A/C Mode
(A/C-stand) , of Default Settings (Stan-
daardinstellingen) .
6 Druk de SET-knop in.
7 Maak uw keuze.
8 Bevestig met een druk op de SET-knop.
Achteruit/terug met de CLR-knop.
SETTINGS (Instellingen)
Climate System (Klimaatregeling)
Rear Defroster (Ontwaseming
achter)
AUTO
MANUAL (Handmatig)
Heated Seats (Stoelverwarming)
AUTO
MANUAL (Handmatig)
Fan Settings (Ventilatorinstellin-
gen)
HIGH SPEED (Hoge snel-
heid)
MEDIUM SPEED (Middel-
hoge snelheid)
LOW SPEED (Lage snelheid)
A/C Mode (A/C-stand)
AUTO
OFF (Uit)
Default Settings (Standaardinstel-
lingen)
SELECT (Selecteren)
Are you sure? (Weet u
het zeker?)
YES (Ja) NO (Nee)