102
Instrumenten en bediening
Schakelaars
Verlichting gedoofd
De buitenverlichting is gedoofd.
Het is mogelijk grootlichtsignalen te geven.
Stadslichten
U kunt de stadslichten onafhankelijk van de
stand van het contactslot inschakelen. Als
de verlichtingsdraaiknop in de stand voor de
stadslichten staat, wordt er bij het openen
van het bestuurdersportier een geluidssig-
naal afgegeven om u eraan te herinneren
dat u de stadslichten moet uitschakelen.
Rijd niet alleen met de stadslichten.
U mag de stadslichten combineren met de
extra mistlichten in de voorspoiler bij slecht
zicht (zie blz. 106).
Bij koud of vochtig weer is het mogelijk
dat er tijdelijk condens aan de binnen-
kant van de koplampglazen optreedt.
Deze condens heeft geen negatieve
inwerking op de functie of levensduur
van de lamparmatuur. Afhankelijk van
de weersomstandigheden verdwijnt
de condens na inschakeling van de
verlichting .
Verlichtingsdraaiknop
Koplampen
Het dimlicht zal gaan branden, wanneer
u de afstandsbediening in het contactslot
naar stand ON draait. Het dimlicht dooft
weer, wanneer u de afstandsbediening in
de blokkeerstand LOCK terugdraait.
Wisselen groot licht/dimlicht
1 Grootlichtsignalen
2 Wisselen groot licht/dimlicht
Wisselen groot licht/dimlicht
U schakelt over van groot licht op dimlicht of
andersom door de hendel tot in de eind-
stand naar het stuurwiel toe te trekken.
Wanneer u het groot licht hebt ontstoken,
licht
op het hoofdinstrument op.
Grootlichtsignalen
Wanneer u de hendel tot halverwege naar
het stuurwiel toetrekt, zal het groot licht
gaan branden. Het groot licht blijft branden,
totdat u de hendel weer loslaat.