Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Zuinig rijden

Factoren die van invloed zijn op
het brandstofverbruik
Het brandstofverbruik wordt in hoge mate
beïnvloed door factoren zoals de rijomstan-
digheden, het klimaat, de conditie van de
wegen, de conditie van de auto, de snelheid
en de rijstijl.
Inrijperiode
Tijdens de inrijperiode (de eerste 5000–
7000 km) kan het brandstofverbruik iets
hoger liggen dan de aangegeven brandstof-
verbruikswaarden.
Klimaat
Tijdens de zomermaanden rijdt u zuiniger
dan tijdens de wintermaanden. Het verschil
in brandstofverbruik kan oplopen tot ca.
10 procent. Het brandstofverbruik neemt
toe bij koude, omdat het dan langer duurt
voordat de motor op temperatuur is. Ook de
onderdelen van de aandrijflijn zoals de ver-
snellingsbak en de wielnaven hebben lan-
gere tijd nodig om op temperatuur te komen.
Ook de afgelegde afstand is van invloed op
het brandstofverbruik. Bij ritjes over afstan-
den korter dan 5–8 km komt de motor niet
snel genoeg op de juiste temperatuur. De
windsterkte speelt ook een belangrijke rol
voor het brandstofverbruik.
U leest de grafiek als volgt (het voorbeeld
geldt voor modellen met een benzinemo-
tor):
Als het brandstofverbruik bij een volledig
opgewarmde motor 1,0 liter/10 km
bedraagt, is het werkelijke verbruik 5 km na
de koude start:
– 1,2 liter/10 km (20 % meer) bij een
buitentemperatuur van +20 °C;
– 1,6 liter/10 km (60 % meer) bij een
buitentemperatuur van 0 °C;
– 2,0 liter/10 km (100 % meer) bij een
buitentemperatuur van –20 °C.
Zoals uit de grafiek blijkt, zijn de afstand en
de buitentemperatuur na de koude start van
grote invloed op het brandstofverbruik.
Als u meestal korte ritten van 5–8 km rijdt,
bijvoorbeeld wanneer u de auto voor het
vervoer van en naar uw werk gebruikt, zal
het gemiddelde brandstofverbruik 60–
80 procent boven het normale verbruik lig-
gen.
Starten en rijden
Toename van het brandstofverbruik bij de
koude start vergeleken met een auto met
een motor op bedrijfstemperatuur.
Rijstijl
• Om zo zuinig mogelijk te rijden (zowel wat
het brandstofverbruik betreft als de mate
van slijtage) moet u regelmatig onder-
houd plegen aan uw auto.
• Wanneer u te snel rijdt, onnodig snel
optrekt, te vaak afremt en terugschakelt,
neemt het brandstofverbruik toe.
• Ook wanneer u vaak in stadsverkeer rijdt,
de motor veelvuldig koud start en gebruik
maakt van winterbanden, een imperiaal
of een aanhanger neemt het brandstof-
verbruik toe.
187

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave