128
Interieur
Achteruitkijkspiegel en
zijspiegels
Zijspiegels
Instellen
De zijspiegels zijn elektrisch te bedienen en
te verwarmen. De bedieningsknoppen vindt
u op het bestuurdersportier.
1 Kies een zijspiegel met de bovenste
knop.
2 Stel de zijspiegel in met het drukplaatje
U kunt de stand van het spiegelglas ook
handmatig instellen door het glas voorzich-
tig in de gewenste richting te duwen.
De zijspiegels worden automatisch ver-
warmd bij inschakeling van de achterruit-
verwarming.
Als uw auto is uitgerust met een elektrisch
bediende bestuurdersstoel met geheugen,
wordt ook de stand van de zijspiegels in dit
geheugen opgeslagen (zie blz. 24).
1 Zijspiegel kiezen
2 Drukplaatje voor het instellen
3 Elektrisch inklappen
4 Elektrisch omlaagkantelen
Inklappen, handmatig
De zijspiegels worden automatisch inge-
klapt, wanneer er bijvoorbeeld iemand
tegen aanloopt. U kunt de zijspiegels tevens
handmatig in ingeklapte stand zetten. Dit
kan handig zijn wanneer u weinig ruimte
hebt om te parkeren zoals op veerponten.
Vergeet echter niet de zijspiegels weer uit te
klappen, wanneer u met de auto verder rijdt.
Inklappen, elektrisch 3
Druk op de knop
onder het drukplaatje.
U kunt de zijspiegels alleen inklappen bij
snelheden tot 30 km/h. Bij hogere snelhe-
den dan 30 km/h, keren de zijspiegels auto-
matisch terug naar de uitgangspositie. U
kunt de zijspiegels ook vanaf de afstands-
Inklappen van zijspiegel
bediening inklappen (zie Op afstand
sluiten 3 , Sport Sedan en Sport Estate op
blz. 131).
Omlaagkantelen 3
U kunt het glas van de zijspiegel aan passa-
gierszijde omlaagkantelen om het achteruit
insteken te vereenvoudigen. Druk op
knop
onder het drukplaatje (zie afbeel-
ding). De zijspiegel keert in de oorspronke-
lijke stand terug, wanneer u nogmaals op de
knop drukt. Als u niets doet, keert de zijspie-
gel automatisch in de oorspronkelijke stand
terug, wanneer u ca. 20 meter vooruit hebt
gereden.