Werking van de stuurairbag bij een fron-
tale botsing
Begin van de botsing.
De sensoren hebben
de vertraging waarge-
nomen en geven via
de centrale sensor
een signaal af aan de
gasgenerator die
ervoor zorgt dat de air-
bag wordt opgeblazen.
De airbag bereikt de
bestuurder.
De airbag is nu hele-
maal opgeblazen.
De airbag begint leeg
te lopen.
Passagiersstoel met airbag
WAARSCHUWING
• Een kinderzitje NOOIT op
een passagiersstoel met
AIRBAG aanbrengen.
• Gevaar voor ERNSTIG of DODELIJK
letsel.
• Laat kinderen kleiner dan 1,50 m
nooit op een passagiersstoel met
airbag plaatsnemen.
• Laat kinderen niet voor een passa-
giersstoel met airbag staan of op
schoot meerijden. Dit omdat ze bij het
opblazen van de airbag zeer ernstige
of dodelijke verwondingen kunnen
oplopen.
• Houd het dashboardkastje tijdens het
rijden altijd gesloten. Een dashboard-
kastje dat openstaat kan in geval van
een aanrijding ernstig letsel veroorza-
ken.
Veiligheid
• U rijdt veiliger, als u uw voeten op de
vloer houdt en niet op het dashboard
of op de stoel legt of uit het raam
steekt.
• Neem geen voorwerpen op schoot
mee.
• Leg of bevestig geen voorwerpen op
het dashboard of voor de stoel, omdat
deze voorwerpen bij een aanrijding de
inzittenden kunnen verwonden of de
werking van de airbag kunnen versto-
ren. Monteer evenmin accessoires op
het dashboard.
Het airbagsysteem voor de passagiersstoel
is identiek aan dat voor de bestuurders-
stoel.
De beide systemen zijn aan elkaar gekop-
peld en voorzien van een gemeenschappe-
lijk waarschuwingslampje. De passa-
giersairbag is boven het dashboardkastje in
het dashboard weggewerkt en voorzien van
het opschrift "AIRBAG".
Bij een frontale aanrijding worden beide
systemen geactiveerd, ook al zit er niemand
op de passagiersstoel.
39