Opnametips
Wijzig de ISO-snelheid. Gebruik de ingebouwde flitser.
Als u de belichting op het omgevingslicht en het onderwerp wilt
afstemmen, kunt u de ISO-snelheid wijzigen (pag. 98) of de
ingebouwde flitser gebruiken (pag. 111). In de modus <d> gaat
de ingebouwde flitser niet automatisch af. Bij binnenfoto's of in
omstandigheden met weinig licht kunt u daarom het beste op de
flitsknop <I> drukken om de ingebouwde flitser omhoog te klappen.
Wijzig het programma met Programmakeuze.
Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, draait u aan het
instelwiel <6> om de combinatie van sluitertijd en diafragma
(het programma) te wijzigen. Programmakeuze wordt automatisch
geannuleerd nadat de opname is gemaakt. Programmakeuze is niet
mogelijk wanneer u de flitser gebruikt.
Verschillen tussen <d> en <A> (Automatisch/scène)
In de modus <A> worden veel functies, zoals de AF-bediening en de
meetmethode, automatisch ingesteld om mislukte opnamen te voorkomen.
U kunt slechts een beperkt aantal functies instellen. Met de modus <d>
worden alleen de sluitertijd en het diafragma automatisch ingesteld. U kunt
het AF-gebruik, de meetmethode en andere functies naar wens instellen
(pag. 316).
Wanneer de sluitertijd '30"' en het laagste f-getal
knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog
de ISO-snelheid of gebruik de flitser.
Wanneer de sluitertijd '4000' en het hoogste f-getal
knipperen, is er sprake van overbelichting. Verlaag de
ISO-snelheid.
d: AE-programma
93