N JPEG-opnamen bijsnijden
Het bijsnijdkader verplaatsen
Druk op de pijltjestoetsen <S>.
Het bijsnijdkader gaat omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
U kunt het bijsnijdkader ook aanraken en naar de gewenste positie
slepen.
De richting van het bijsnijdkader roteren
Druk op de knop <B>.
Het bijsnijdkader wisselt tussen de horizontale en de verticale stand.
Hierdoor kunt u een verticale opname wijzigen in een horizontale en
omgekeerd.
U kunt een al bijgesneden opname niet nogmaals bijsnijden.
Het is niet mogelijk een creatief filter op een bijgesneden opname toe te
passen of het formaat van een bijgesneden opname te wijzigen.
280
Bekijk de bijgesneden opname op
4
het volledige scherm.
Druk op de knop <O>.
U kunt de bijgesneden opname zien.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke weergave, drukt u
nogmaals op de knop <O>.
Sla de opname op.
5
Druk op <0> en kies [OK] om de
bijgesneden opname op te slaan.
Controleer de bestemmingsmap en
het nummer van het bestand en
selecteer [OK].
Als u nog een opname wilt bijsnijden,
herhaalt u stap 2 t/m 4.
Als u wilt terugkeren naar het menu,
drukt u op de knop <M>.