Als <B> of <M> wordt ingesteld, is de vertraging tussen het volledig
indrukken van de ontspanknop en het maken van de opname langer dan
anders het geval zou zijn bij enkelbeeld en continu-opnamen.
Als [z3: AF-bediening] is ingesteld op [AI Servo AF] of [AI Focus
AF], kunnen <B> en <M> niet worden geselecteerd. Als <B> of
<M> is ingesteld, zal [z3: AF-bediening] vaststaan op [1-beeld AF].
Bij Live view-opnamen kunnen <B> en <M> niet worden ingesteld.
De snelheid bij continuopnamen kan iets lager liggen als het
batterijniveau laag is.
Bij het gebruik van AI Servo AF neemt de snelheid voor continu-
opnamen mogelijk enigszins af. Dit is afhankelijk van het onderwerp en
het gebruikte objectief.
i: De maximale snelheid van continu-opnamen van circa 4 beelden per
seconde wordt in de volgende omstandigheden bereikt*: bij een
sluitertijd van 1/500 seconde of korter en met de grootste lensopening
(het maximale diafragma; dit verschilt per objectief). De snelheid van
continu-opnamen neemt mogelijk af door de sluitertijd, het diafragma, de
omstandigheden van het onderwerp, de helderheid, het objectief, het
gebruik van de flitser, enzovoort.
* Bij de volgende objectieven wordt 4 beelden per seconde bereikt met 1-beeld AF
en de Image Stabilizer (beeldstabilisatie) uitgeschakeld: de EF 300mm f/4L IS
USM, de EF 28-135mm f/3.5-5.6 IS USM, de EF 75-300mm f/4-5.6 IS USM en de
EF 100-400mm f/4.5-5.6L IS USM.
i De transportmodus selecteren
109