w Afdrukken
De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer
verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Pictogram aangesloten printer
Scherm met afdrukinstellingen
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt ingesteld, worden weergegeven.
* Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen, bijvoorbeeld het
afdrukken van de datum en het bestandsnummer en het bijsnijden,
284
Selecteer de opname die u wilt
1
afdrukken.
Controleer of linksboven in het LCD-
scherm het pictogram <w> wordt
weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> om de opname te selecteren
die u wilt afdrukken.
Druk op <
2
Het scherm met afdrukinstellingen
wordt weergegeven.
Hiermee stelt u de afdrukeffecten in (pag. 286).
Hiermee schakelt u het afdrukken van datum of
bestandsnummer in of uit.
Hiermee stelt u het aantal af te drukken
exemplaren in.
Hiermee stelt u het afdrukgebied in (pag. 289).
Hiermee stelt u het papierformaat, de
papiersoort en de indeling in.
Selecteer [Papier inst.].
3
Selecteer [Papier inst.] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm met papierinstellingen
wordt weergegeven.
>.
0