Problemen oplossen
De belichting verandert tijdens de movie-opname.
Als u tijdens de movie-opname de sluitertijd of het diafragma aanpast,
worden de wijzigingen mogelijk in de belichting opgenomen.
Door het objectief tijdens de movie-opnamen in- of uit te zoomen,
kunnen er veranderingen in de belichting optreden, ongeacht of het
maximale diafragma van het objectief verandert of niet. Als gevolg
daarvan worden de wijzigingen in de belichting mogelijk opgenomen.
Het onderwerp ziet er vervormd uit tijdens movie-opnamen.
Als u de camera snel naar links of rechts beweegt of een bewegend
voorwerp opneemt, kan het beeld er vervormd uitzien.
De opname flikkert of er zijn horizontale strepen te zien
tijdens de movie-opname.
Flikkerend beeld, horizontale strepen (ruis) of onregelmatige belichting
kunnen worden veroorzaakt door TL-licht, ledlampen of andere
lichtbronnen tijdens movie-opnamen. Bovendien kunnen
veranderingen in de belichting (helderheid) of de kleurtoon worden
opgenomen. In de modus <a> kan een lange sluitertijd het probleem
verhelpen.
Problemen met de bediening
Tijdens bediening via het aanraakscherm klinkt de
pieptoon ineens zachter.
Controleer of uw vinger de luidspreker bedekt (pag. 22).
Bediening via het aanraakscherm is niet mogelijk.
Controleer of [53: Aanraakbediening] is ingesteld op [Standaard] of
[Gevoelig] (pag. 55).
338