Het Live view-beeld dat met de toegepaste sfeerinstelling wordt
weergegeven, ziet er niet exact hetzelfde uit als de eigenlijke foto.
Bij gebruik van de flitser is het sfeereffect mogelijk minimaal.
Bij fel licht buiten heeft het Live view-beeld op het LCD-scherm mogelijk
niet dezelfde helderheid of sfeer als de eigenlijke foto die u maakt. Stel
[52: LCD-helderheid] in op 4 en kijk naar het Live view-beeld terwijl u
erop let dat het omgevingslicht geen invloed op het scherm heeft.
Als u niet wilt dat het Live view-beeld tijdens het instellen van functies
wordt weergegeven, drukt u na stap 1 op de knop <Q> en stelt u
[Licht-/scèneopnamen] en [Effect] in.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> of draai aan het instelwiel
<6> om de gewenste sfeer te
selecteren.
Op het LCD-scherm wordt
weergegeven hoe de opname er met de
geselecteerde sfeerinstelling zal uitzien.
Stel het sfeereffect in.
4
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> om de effectenbalk te
selecteren. [Effect] wordt dan onder
op het scherm weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> of draai aan het instelwiel <6>
om het gewenste effect te selecteren.
Maak de opname.
5
Druk de ontspanknop helemaal in om
de opname te maken.
Druk op de knop <A> om de Live
view-modus te verlaten en weer via
de zoeker te fotograferen. Druk
vervolgens de ontspanknop helemaal
in om de opname te maken.
Als u de opnamemodus wijzigt of de
aan-uitschakelaar op <2> zet,
wordt de instelling [
hersteld.
Opname via sfeerselectie
Standaard]
83