Scherpstellen met AF (AF-methode)
Opmerkingen bij u+volgen / FlexiZone - Multi / FlexiZone - Single
AF-gebruik
Scherpstellen duurt langer dan met de [Quick-modus].
Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaals scherpgesteld
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
U kunt niet ononderbroken scherpstellen op een bewegend
onderwerp.
Tijdens en na de automatische scherpstelling kan de helderheid van
de opname veranderen.
Als de lichtbron tijdens de weergave van het Live view-beeld
verandert, kan het beeldscherm flikkeren en kan er mogelijk moeilijk
worden scherpgesteld. Als dit gebeurt, sluit u de Live view-opname
af en stelt u eerst automatisch scherp bij de huidige lichtbron.
Wanneer [FlexiZone - Multi] is ingesteld en u drukt op de knop
<u> (of u tikt op <
> op het scherm), wordt het midden van de
geselecteerde zone (of het midden van het beeld met automatische
selectie) vergroot. Als u de ontspanknop half indrukt, is de weergave
weer normaal en zal de camera scherpstellen.
Wanneer [FlexiZone - Single] is ingesteld en u op de knop <u>
drukt (of op <
> op het scherm tikt), wordt het gebied dat wordt
gedekt door het AF-punt vergroot. Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen in vergrote weergave. Dit werkt goed wanneer de
camera op een statief staat en de scherpstelling heel nauwkeurig
moet zijn. Als het lastig is om in de vergrote weergave scherp te
stellen, keert u terug naar de normale weergave en gebruikt u AF.
De snelheid waarmee automatisch wordt scherpgesteld, kan in de
normale of vergrote weergave afwijken.
Als u de weergave vergroot nadat u hebt scherpgesteld met
[FlexiZone - Multi] of [FlexiZone - Single] in de normale weergave,
kan het zijn dat er niet nauwkeurig is scherpgesteld.
Indien [u+volgen] is ingesteld, is vergrote weergave niet mogelijk.
169