Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen
Beeldkwaliteit
Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals
lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn.
Opnamen bij hoge temperaturen kunnen ruis en afwijkende kleuren in de opname
tot gevolg hebben.
Als u langere tijd doorlopend Live View-opnamen maakt, kan de interne
temperatuur van de camera oplopen, waardoor de opnamekwaliteit mogelijk
afneemt. Schakel Live view-opnamen altijd uit wanneer u geen opnamen maakt.
Als u opnamen maakt met een lange belichtingstijd terwijl de interne
temperatuur van de camera hoog is, kan de beeldkwaliteit afnemen.
Beëindig Live view-opnamen en wacht een paar minuten voordat u weer
begint met het maken van opnamen.
Witte <s> en rode <E> waarschuwingspictogrammen voor interne temperatuur
Als de interne temperatuur van de camera oploopt vanwege langdurig gebruik van
Live view-opnamen of bij een hoge omgevingstemperatuur, verschijnt er een wit
<s> of rood <E> pictogram.
Het witte pictogram <s> geeft aan dat de beeldkwaliteit van foto's afneemt. Beëindig Live view-
opnamen en laat de camera enige tijd afkoelen voordat u verdergaat met het maken van opnamen.
Het rode pictogram <E> geeft aan dat Live View-opnamen binnen afzienbare
tijd automatisch worden beëindigd. U kunt in dat geval geen opnamen meer
maken totdat de interne temperatuur van de camera is gedaald. Beëindig Live
view-opnamen of schakel de camera uit en laat deze enige tijd afkoelen.
Wanneer u gedurende lange tijd bij een hoge temperatuur Live view-opnamen maakt, wordt het
pictogram <s> of <E> eerder weergegeven. Schakel de camera uit als u geen opnamen maakt.
Indien de interne temperatuur van de camera hoog is, kan de beeldkwaliteit van de
opnamen met een hoge ISO-snelheid achteruitgaan, zelfs al voordat het witte pictogram
<s> wordt weergegeven.
Opnameresultaten
Als u de foto in de vergrote weergave maakt, is het mogelijk dat de belichting niet naar
wens is. Keer naar de normale weergave terug voordat u een foto maakt. In de vergrote
weergave worden de sluitertijd en het diafragma oranje weergegeven. Zelfs als u de foto
in de vergrote weergave maakt, wordt de opname in de normale weergave vastgelegd.
Als [z2: Auto Lighting Optimizer/z2: Auto optimalisatie
helderheid] (pag. 130) is ingesteld op iets anders dan [Deactiveren],
kan de opname nog steeds licht zijn, zelfs als er een kleinere
belichtingscompensatie of kleinere flitsbelichtingscompensatie is ingesteld.
Als u een TS-E-objectief gebruikt (met uitzondering van de TS-E 17mm
f/4L of TS-E 24mm f/3.5L II) en het objectief verschuift of kantelt, of als u
een tussenring gebruikt, kan de standaardbelichting wellicht niet worden
verkregen of kan een onregelmatige belichting het resultaat zijn.
178