Aandachtspunten voor movie-opnamen vindt u op pagina 212 en 213.
Lees indien nodig ook de aandachtspunten voor Live view-
opnamen op pagina 178 en 179.
In de basismodi zijn de opnameresultaten dezelfde als in <A>. Het
scènepictogram voor de scène die door de camera wordt gedetecteerd,
wordt linksboven weergegeven (pag. 184).
In de opnamemodi <f> en <s> zijn de instellingen dezelfde als in
de modus <d>.
Instelbare menufuncties verschillen tussen basismodi en creatieve modi
(pag. 320).
De ISO-snelheid (100-6400), de sluitertijd en het diafragma worden
automatisch ingesteld.
In de creatieve modi kunt u op de knop <A> (pag. 127) drukken om de
belichting te vergrendelen (AE-vergrendeling). De belichtingsinstelling
wordt weergegeven gedurende het aantal seconden dat is ingesteld bij
[Z1: Meettimer]. Als u de belichtingsvergrendeling hebt toegepast
tijdens movie-opnamen, kunt u deze annuleren door op de knop <S> te
drukken. (De instelling voor belichtingsvergrendeling blijft behouden tot u
op de knop <S> drukt.)
U kunt in de creatieve modi de knop <O> ingedrukt houden en aan
het instelwiel <6> draaien om de belichtingscompensatie in te stellen.
Als u de ontspanknop half indrukt, worden onder aan het scherm de
sluitertijd en de ISO-snelheid weergegeven. Dit is de belichtingsinstelling
voor het maken van foto's (pag. 187). De belichtingsinstelling voor
movie-opnamen wordt niet weergegeven. De belichtingsinstelling voor
movie-opnamen kan afwijken van de belichtingsinstelling voor foto's.
Als u een movie opneemt met automatische belichting, worden de
sluitertijd en het diafragma niet vastgelegd in de opname-informatie
(Exif).
Bij gebruik van een Speedlite uit de EX-serie
met ledlamp (afzonderlijk verkrijgbaar)
Voor movies met automatische belichting (andere modi dan a) wordt
de ledlamp van de Speedlite bij weinig licht automatisch ingeschakeld.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite voor meer
informatie.
k Movie-opname
183