a: Handmatige belichting
U kunt zowel de sluitertijd als het diafragma handmatig naar wens
instellen. Terwijl u naar de indicator voor het belichtingsniveau in de
zoeker kijkt, kunt u de belichting naar wens instellen. Deze methode
heet handmatige belichting.
* <a> staat voor Manual (handmatig).
<6>
<O> + <6>
Markering standaardbelichting
Markering actuele belichtingsniveau
5
Stel de belichting in en maak de opname.
Controleer de indicator voor het belichtingsniveau en stel de
sluitertijd en het diafragma in.
Indien het ingestelde belichtingsniveau meer dan ±2 stops van
de standaardbelichting afwijkt, wordt bij het uiteinde van de
belichtingsniveau-indicator in de zoeker <
(Op het LCD-scherm wordt <
belichtingsniveau meer dan ±3 stops afwijkt.)
Als ISO auto is ingesteld, wordt de instelling van de ISO-snelheid aangepast
aan de sluitertijd en het diafragma om een standaardbelichting te verkrijgen.
Daardoor verkrijgt u mogelijk niet het gewenste belichtingseffect.
Stel het programmakeuzewiel
1
in op <a>.
Stel de ISO-snelheid in
2
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
3
Draai aan het instelwiel <6> om de
sluitertijd in te stellen.
Houd de knop <O> ingedrukt en
draai aan het instelwiel <6> om het
diafragma in te stellen.
Stel scherp op het onderwerp.
4
Druk de ontspanknop half in.
De belichtingsinstelling wordt in de
zoeker weergegeven.
De belichtingsniveaumarkering <h>
geeft aan hoe ver het huidige
belichtingsniveau van het
standaardbelichtingsniveau is
verwijderd.
> of <
I
J
(pag. 98)
> of <
> weergegeven.
I
J
> weergegeven wanneer het
.
119